Herhaling formuleren

Vandaag
  • Boekopdracht pto2
  • Argumentatie pto2
  • Herhaling bondig/aantrekkelijk formuleren
  • Oefenen
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Vandaag
  • Boekopdracht pto2
  • Argumentatie pto2
  • Herhaling bondig/aantrekkelijk formuleren
  • Oefenen

Slide 1 - Diapositive

Boekopdracht
  • Opdracht punt voor punt uitgelegd
  • Beoordelingsformat erbij gedaan
  •  Voorbeeld meegestuurd


En nog krijg ik hele andere opdrachten binnen.............

Slide 2 - Diapositive

Hoe komt het dat je een onvoldoende of laag cijfer hebt?

Slide 3 - Carte mentale

Halen we volgende periode allemaal een voldoende???
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Pto2
Was moeilijk...

Verbetering is mogelijk:
- vragen beter lezen (antwoorden sloten vaak niet aan)
- woordjes leren
- meer oefenen

We pakken dit na de vakantie verder op :)

Slide 5 - Diapositive

Nu weer even terug naar periode 3



We gaan vandaag en morgen herhalen

Slide 6 - Diapositive

Bondig schrijven
Bondig schrijven is moeilijker dan het lijkt.........

De kracht van een goede tekst = dat elk woord op de juiste plek staat

Schrijven = schrappen!

Slide 7 - Diapositive

Altijd bondig schrijven?
Nee

Soms moet je juist meer woorden gebruiken dan nodig (denk aan beschrijvingen in verhalen)


Kijk dus naar je tekstdoel!

Slide 8 - Diapositive

Liever niet:
  • hulpwerkwoorden
  • veel bijvoeglijke naamwoorden
  • pleonasme
  • tautologie
  • bijwoorden
  • uitdrukkingen

Slide 9 - Diapositive

Hulpwerkwoorden
Zullen, kunnen, mogen, willen, gaan


Bijv. Ik zou het zeer op prijs stellen als je de enquête zou willen invullen


Slide 10 - Diapositive

Bijvoeglijke naamwoorden
 Zeggen iets over een zelfstandig naamwoord



Bijv: De oude, grijze, vriendelijke vrouw had moeite zich staande te houden in de herfstachtige storm

Slide 11 - Diapositive

Bijwoorden
Versterking van bijvoeglijk naamwoorden



Bijv. De giraf heeft een heel erg lange nek

Slide 12 - Diapositive

Pleonasme
Wanneer een woord een deel van de betekenis van een ander woord herhaalt


Bijv. verslaafde junk, ronde cirkel, passerende voorbijganger

Slide 13 - Diapositive

Tautolgie
Lijkt op pleonasme


Verschil: de gehele betekenis van een woord wordt herhaald

Bijv. Gratis en voor niets, voor eeuwig en altijd

Slide 14 - Diapositive

(voorzetsel)uitdrukkingen
  • Zij is zo'n type dat altijd voor anderen klaar staat
  • In het kader van de bezuinigingen, gingen wij niet op vakantie
  • In de nabijheid van mijn moeder voel ik mij fijn

Slide 15 - Diapositive

Aantrekkelijk formuleren

  • Variëren
  • Synoniem
  • Voorbeelden
  • Zinslengte
  • Zinsbouw

Slide 16 - Diapositive

Kort gezegd: varieer!



Denk aan zinsbouw, zinslengte en woordkeuze (gebruik synoniemen)

Slide 17 - Diapositive

Aantrekkelijk formuleren
Archaïsmen          <--> neologismen
Oud                           <--> nieuw
Stijf/saai                 <--> moderner
Gaarne, inzake     <--> ......

Slide 18 - Diapositive

Neologisme
Je had bijvoorbeeld kunnen denken aan selfie, gruwelijk vet, out-of-the-boxdenken etc.


Pas op: liever geen archaïsmen, maar ook oppassen met neologismen. Vraag jezelf altijd af of ze lezer het wel zou begrijpen.

Slide 19 - Diapositive

Aantrekkelijk formuleren
Graag wel: voorbeelden

  • Levendiger
  • Herkenning
  • Concreet
  • Beeld
  • Emotie

Slide 20 - Diapositive

Aantrekkelijk formuleren
Vermijd de lijdende vorm (passief) maar gebruik de bedrijvende vorm (actief)


NIET: het huis werd schoongemaakt
WEL: mijn zus maakte het huis schoon

We willen graag weten wie iets doet dus: persoonlijk taalgebruik

Slide 21 - Diapositive

Maak van de lijdende vorm de bedrijvende vorm: 'haar mobiele telefoon werd door de pestkop in de sloot gegooid'

Slide 22 - Question ouverte

Aantrekkelijk formuleren
Stijlfiguren............


P. 158

Slide 23 - Diapositive

Na zo'n dag houthakken sterf ik altijd van de honger.
A
hyperbool
B
understatement
C
litotes
D
eufemisme

Slide 24 - Quiz

Welke van de volgende zinnen bevat geen pleonasme?
A
De houten boomstam was zwaar.
B
De witte sneeuw was erg mooi.
C
Die gebeurtenis is het motorische moment van het boek.
D
De hete zon scheen op mijn lijf.

Slide 25 - Quiz

Welke zin bevat geen tautologie?
A
Ik zou nooit ofte nimmer daaraan meedoen.
B
Vijf uur huiswerk maken per dag is de uiterste limiet.
C
We hebben verschillende soorten thee zoals bijvoorbeeld muntthee
D
Ik ben haast bijna op school.

Slide 26 - Quiz

Verzin een voorbeeld van een anticlimax

Slide 27 - Question ouverte

Verzin een voorbeeld van een anafoor

Slide 28 - Question ouverte

Verzin een voorbeeld van een retorische vraag

Slide 29 - Question ouverte

Bedankt!
Vragen?

Morgen: verder met stijlfiguren en oefenen met pleonasme en tautologie. 

Leer de theorie alvast (zie magister)

Slide 30 - Diapositive