les maandag 26 april 2021 klas 2A (woordsoorten klas 1havo)
1 / 30
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Typ de voorzetsels uit de volgende zin.
1. Schoonspringen, een bijzondere vorm van watersport, is in het begin van de 20e eeuw een olympische sport geworden.
1. Schoonspringen, een bijzondere vorm van watersport, is in het begin van de 20e eeuw een olympische sport geworden.
Slide 9 - Question ouverte
Typ de voorzetsels uit de volgende zin.
2. Dankzij Daphne en Edwin Jongejans werd deze sport populair onder onze bevolking.
2. Dankzij Daphne en Edwin Jongejans werd deze sport populair onder onze bevolking.
Slide 10 - Question ouverte
Typ de voorzetsels uit de volgende zin.
3. Vanaf een plank spring je zo mooi (schoon) mogelijk het water in.
3. Vanaf een plank spring je zo mooi (schoon) mogelijk het water in.
Slide 11 - Question ouverte
Typ de voorzetsels uit de volgende zin.
4. De hoogte van de plank varieert van 3 tot wel 10 meter.
4. De hoogte van de plank varieert van 3 tot wel 10 meter.
Slide 12 - Question ouverte
Typ de voorzetsels uit de volgende zin.
5. Hoogtevrees komt bij de deelnemers tijdens de sprong zelden voor.
5. Hoogtevrees komt bij de deelnemers tijdens de sprong zelden voor.
Slide 13 - Question ouverte
Typ de voorzetsels uit de volgende zin.
6. Bij synchroonzwemmen, een andere vorm van watersport, voeren de zwemmers deels onder water hun figuur uit op muziek.
6. Bij synchroonzwemmen, een andere vorm van watersport, voeren de zwemmers deels onder water hun figuur uit op muziek.
Slide 14 - Question ouverte
Typ de zelfstandige naamwoorden uit de volgende zin.
7. De stagiaires werden in het kader van hun opleiding beoordeeld.
7. De stagiaires werden in het kader van hun opleiding beoordeeld.
Slide 15 - Question ouverte
Typ de zelfstandige naamwoorden uit de volgende zin.
8. Tijdens de busreis naar huis laden scholieren hun telefoon op.
8. Tijdens de busreis naar huis laden scholieren hun telefoon op.
Slide 16 - Question ouverte
Typ de zelfstandige naamwoorden uit de volgende zin.
9.Op een mooie zomeravond fietsten we opgetogen naar het restaurant.
9.Op een mooie zomeravond fietsten we opgetogen naar het restaurant.
Slide 17 - Question ouverte
Typ de zelfstandige naamwoorden uit de volgende zin.
10. Finn is met zijn nieuwe jas blijven haken aan een roestige spijker.
10. Finn is met zijn nieuwe jas blijven haken aan een roestige spijker.
Slide 18 - Question ouverte
Typ de zelfstandige naamwoorden uit de volgende zin.
11. Vanwege haar 50e verjaardag nodigde Bente al haar collega’s uit voor een strandfeest.
11. Vanwege haar 50e verjaardag nodigde Bente al haar collega’s uit voor een strandfeest.
Slide 19 - Question ouverte
Typ de zelfstandige naamwoorden uit de volgende zin.
12. De wielrenner eindigde in de vierde etappe van de Giro d’Italia als zesde.
12. De wielrenner eindigde in de vierde etappe van de Giro d’Italia als zesde.
Slide 20 - Question ouverte
Typ de voorzetsels uit zin 7.
Slide 21 - Question ouverte
Typ de voorzetsels uit zin 8.
Slide 22 - Question ouverte
Typ de voorzetsels uit zin 9.
Slide 23 - Question ouverte
Typ de voorzetsels uit zin 10.
Slide 24 - Question ouverte
Typ de voorzetsels uit zin 12.
Slide 25 - Question ouverte
Typ de voorzetsels uit zin 11.
Slide 26 - Question ouverte
Typ de voorzetsels uit zin 13.
Slide 27 - Question ouverte
Typ de voorzetsels uit zin 14.
