Theorie koken en schoonmaken OA Mixed Blok 6

Wat heb jij wel eens gekookt of gebakken? Of welk gerecht maak jij het liefst?
1 / 38
suivant
Slide 1: Question ouverte
D&PMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat heb jij wel eens gekookt of gebakken? Of welk gerecht maak jij het liefst?

Slide 1 - Question ouverte

Wat gaan we doen :
  • Voedingsmiddelen: eigenschappen en kenmerken (les 1)
  • Hoe moet je gerechten bereiden? (les 1)
  • Hygiëne en HACCP (les 2)
  • Voedsel bewaren (les 2)

Mixed Blok 6

Slide 2 - Diapositive

Koken
Als je een activiteit organiseert, moet je weleens eten maken of toezicht houden als er door anderen gekookt wordt. Bij het bereiden van maaltijden krijg je te maken met het eten zelf, dus de voedingsmiddelen en de manieren waarop je deze schoonmaakt en klaarmaakt om te eten. 

Slide 3 - Diapositive

Voedingsmiddelen zijn eetbare producten. Er zijn veel soorten.

Bij het bereiden van een maaltijd heb je te maken met basisvoedingsmiddelen zoals rijst, aardappelen, pasta en brood. Deze hebben als kenmerk dat ze van zichzelf niet heel veel smaak hebben maar de ‘drager’ van de andere smaken in het gerecht zijn.

Slide 4 - Diapositive

In iedere maaltijd zit iets van de schijf van vijf

Slide 5 - Diapositive

Rijst
Aardappel
Pasta
Brood

Slide 6 - Question de remorquage

Pasta kan je...
A
Bakken
B
Koken
C
Frituren
D
Braden

Slide 7 - Quiz

Rijst kan je...
A
Bakken
B
Koken
C
Frituren
D
Braden

Slide 8 - Quiz

Aardappelen kan je...
A
Bakken
B
Koken
C
Frituren
D
Braden

Slide 9 - Quiz

Bij het bereiden van een maaltijd gebruik je ook vlees, vis of vleesvervangers zoals bonen. Doel van deze voedingsmiddelen is om eiwitten aan de maaltijd toe te voegen. Dit zijn belangrijke bouwstoffen voor de mens.
Vlees
Vis

Slide 10 - Question de remorquage

Groente en Fruit
Ook groenten en fruit zijn een belangrijk onderdeel van de maaltijd. Deze voedingsmiddelen hebben als kenmerk dat ze gezond en erg lekker zijn. Een eigenschap van groente en fruit is dat ze veel vitamines en vezels bevatten.
Groenten kun je koken, bakken, frituren, braden, enzovoort. Fruit moet je vaak schillen voordat je het eet.

Slide 11 - Diapositive

Welke groenten zie je hier?

Slide 12 - Question ouverte

Voedsel bereiden
  • Oliën en vetten gebruik je om de maaltijd klaar te maken en meer smaak te geven. Het zijn ook belangrijke bronnen van energie en bouwstoffen voor het lichaam. 

  • Bij het bereiden van een maaltijd geef je smaak aan de maaltijd door zout, kruiden en specerijen te gebruiken.

Slide 13 - Diapositive

Boter
Olie
kruiden en specerijen

Slide 14 - Question de remorquage

(voor)bereiden
Schoonmaak- en voorbewerkingstechnieken
Voordat je voedingsmiddelen in een maaltijd gebruikt, moet je ze vaak schoonmaken of voorbewerken.
Denk aan: schillen (aardappels), pellen (banaan), ontvellen (tomaten), plukken (bijvoorbeeld druiven van een tros). Wassen in ruim koud water is een goede manier om voedingsmiddelen schoon te maken.

Slide 15 - Diapositive

Aardappels kan je
A
schillen
B
pellen
C
ontvellen
D
plukken

Slide 16 - Quiz

Tomaten kan je
A
schillen
B
pellen
C
ontvellen
D
plukken

Slide 17 - Quiz

Druiven kan je
A
schillen
B
pellen
C
ontvellen
D
plukken

Slide 18 - Quiz

Bananen kan je
A
schillen
B
pellen
C
ontvellen
D
plukken

Slide 19 - Quiz

                   is het verhitten van voedsel in water of eigen vocht om het eetbaar te maken. Het is een manier om iets te verwarmen.
                   is het verhitten van voedsel in de oven of in een pan.
Bij                 beweeg je het voedsel snel in een hele hete pan heen en weer. Het wordt dan snel                    maar brandt niet aan.

................
................
................
................
Bakken
Roerbakken
Gaar
Koken

Slide 20 - Question de remorquage

                  is het luchtig maken van een voedingsmiddel. Denk aan pudding of slagroom.

                 is met een lepel of spatel iets vermengen. Suiker roer je bijvoorbeeld door hete koffie, dan lost het op.

                    is het versieren van gerechten zodat het er aantrekkelijk uitziet.

................
................
................
Garneren 
Opkloppen 
Roeren 

Slide 21 - Question de remorquage

Het bij elkaar voegen van twee verschillende dingen. Dit kun je doen door te roeren, maar ook door bijvoorbeeld te kneden.
Waar gaat dit over?
A
Grillen
B
Mengen
C
Opstijven
D
Flamberen

Slide 22 - Quiz

Wat gaan we doen :
  • Voedingsmiddelen: eigenschappen en kenmerken (les 1)
  • Hoe moet je gerechten bereiden? (les 1)
  • Hygiëne en HACCP (les 2)
  • Voedsel bewaren (les 2)

Mixed Blok 6 Les 2

Slide 23 - Diapositive

Hygiëne
Hygiëne is het schoonmaken en schoonhouden van jezelf en je omgeving. Als je schoonmaakt, verwijder je niet alleen het zichtbare vuil. Je verwijdert ook onzichtbaar vuil. Bacteriën, schimmels en virussen zie je niet, maar ze zijn er wel. Je kunt er ziek van worden en etenswaren kunnen erdoor bederven. Daarom is het belangrijk om alles schoon te houden.

Slide 24 - Diapositive

Hoe hou ik mezelf schoon?

Slide 25 - Carte mentale

Persoonlijke hygiëne
Zorg dat je altijd schoon naar je werk gaat. Goede persoonlijke hygiëne is belangrijk om ziektes te voorkomen. 
• Houd je lichaam schoon.
• Zorg voor schone kleding en schoon ondergoed.
• Houd je nagels kort en schoon.
• Was regelmatig je handen.
• Droog je handen altijd af met een schone, droge doek.

Slide 26 - Diapositive

Kookplaten en het aanrecht maak je schoon met een reinigingsmiddel zoals een ...
A
Schuurspons
B
Ontvetter en een zachte doek.
C
Dweil
D
Warm water en een sopje.

Slide 27 - Quiz

De magnetron en de oven maak je schoon met een .
A
Schuurspons
B
warm water en een sopje.
C
Dweil
D
speciaal reinigings-middel en een doek

Slide 28 - Quiz

Keukenapparatuur als keukenmachines en mixers maak je schoon met ...
A
Schuurspons
B
de afwasmachine
C
warm water en een sopje.
D
speciaal reinigings-middel en een doek

Slide 29 - Quiz

Elektrische onderdelen Maak je schoon ...
A
In een warm sopje
B
Met een dweil
C
Met een schone en droge doek
D
Met een schuursponsje

Slide 30 - Quiz

Bestek en borden en plastic snijplanken kunnen schoon gemaakt worden in de ...
A
Afwasmachine
B
Magnetron
C
Afvalbak
D
Kast

Slide 31 - Quiz

Waarom doen we snijmessen niet in de afwasmachine?

Slide 32 - Question ouverte

Hygiënisch omgaan met bederfelijke artikelen
  • Kleed je op de juiste manier.
  • Zorg voor een schort of andere beschermende kleding.
  • Draag lange haren vast, bijvoorbeeld in een staart, of gebruik een haarnetje.
  • Stroop lange mouwen op.
  • Draag handschoenen.
  • Zet als het nodig is een mondkapje op.

Slide 33 - Diapositive

Op welke momenten was je altijd je handen?

Slide 34 - Question ouverte

HACCP
De overheid heeft een systeem met hygiëneregels gemaakt voor bedrijven die met voedsel werken. Dit systeem heet HACCP. HACCP moet zorgen dat er geen ongezonde stoffen in de voedingsmiddelen terechtkomen, zoals bacteriën, steentjes of glassplinters.

Slide 35 - Diapositive

Waar staat HACCP voor?
A
Heel Anders Chemisch Controleren Prima
B
Heavy Antibacteria and Controlling Citchen Problems
C
Hard Antibacterian Critical Control Problems
D
Hazard Analysis and Critical Control Points

Slide 36 - Quiz

Wat vond je van deze les?
Saai
Slecht
Ging wel
Leuk
Super
Leerzaam
Onzinnig
Stom
Actief
?

Slide 37 - Sondage

Wat heb je onthouden van deze les?

Slide 38 - Question ouverte