Dorpskrant les 14: schrijven deel 3


Nederlands - Periode 3 - 2019-2020

De Dorpskrant - Les 14
Creatief schrijven & Spelling
VG2
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon


Nederlands - Periode 3 - 2019-2020

De Dorpskrant - Les 14
Creatief schrijven & Spelling
VG2

Slide 1 - Diapositive

Vorige les ...

... heb je 1 tekst voor de dorpskrant nagekeken, aangepast en verbeterd.

... heb je 1 tekst voor de dorpskrant uitgeschreven

Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van deze les ...

... heb je nog een tekst nagekeken, aangepast en verbeterd

... heb je met je groepsgenoot afgespraken gemaakt over de specifieke  spellingregels (meervoudsvormen, samenstellingen, verwijzingen, samentrekkingen).



Slide 3 - Diapositive

Checklist

Op de volgende slides volgt een aantal vragen die bedoeld zijn om je tekst te verbeteren / nog beter te maken.

Neem ze goed door en doe er ook daadwerkelijk iets mee!
Dus: eerst checken, dan verbeteren, aanpassen en optimaliseren!

Slide 4 - Diapositive

Aan de slag!
Ga naar jullie krant.
Zoek de tekst op die je vorige les hebt geschreven.
Verbeter deze met behulp van de checklist op de volgende slides.

Slide 5 - Diapositive

Interpunctie: Begin en eind van de zin

Begint iedere zin met een hoofdletter?
Eindigt iedere zin met een punt, vraagteken of uitroepteken?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe

Slide 6 - Quiz

Interpunctie in de zin

Staan er komma's in de zinnen?
Tussen 2 persoonsvormen en voor voegwoorden (omdat, zodat, daardoor, etc)?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe

Slide 7 - Quiz

Spelling

Zijn alle (werk)woorden goed gespeld?
Zijn tikfouten verbeterd?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe

Slide 8 - Quiz

Zinsbouw

Klopt de woordvolgorde van de zinnen?

A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe

Slide 9 - Quiz

Alinea's

Bestaat je tekst uit alinea's?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe

Slide 10 - Quiz

Titel en tussenkopjes

Heeft je tekst een titel (en tussenkopjes) die nieuwsgierig maken?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe

Slide 11 - Quiz

Titel en tussenkopjes

Heeft je tekst een titel (en tussenkopjes) die nieuwsgierig maken?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe

Slide 12 - Quiz

Creatief taalgebruik

Zit er een vorm van beeldspraak of een stijlfiguur in je tekst?
A
Ja? --> check en onderstreep!
B
Nee? --> voeg toe en onderstreep!

Slide 13 - Quiz

Creatief taalgebruik

De zelfbedachte bewoner komt in de tekst voor en maakt wat mee. Hierin komt je fantasie duidelijk naar voren.
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> voeg toe!
C
Een beetje --> voeg nog meer toe!

Slide 14 - Quiz

Samen met je groepsgenoot

Bel, chat, facetime nu met je groepsgenoot.
De volgende slides neem je samen door.

Waarom? 
Om tot afspraken te komen over de specifieke spellingregels.

Slide 15 - Diapositive

Weet je nog?
Tot de criteria voor de dorpskrant behoren ook de specifieke spellingregels
Verwerk in de krant:
  • 4 meervoudsvormen 
  • 4 verwijzingen
  • 4 samenstellingen
  • 4 samentrekkingen 

De woorden hiervoor bepaal je zelf. Je onderstreept ze in de krant. 

Slide 16 - Diapositive

Meervoudsvormen
Hoe zat het ook alweer? 
Ga (eventueel) terug naar les 3 voor de uitleg. 

Beantwoord samen de vragen op de volgende slide.

Slide 17 - Diapositive

Welke 4 meervoudsvormen verwerken jullie in de krant?

Bepaal samen welke woorden in het meervoud in jullie krant passen (misschien staan ze er al in).
Bepaal ook in welke teksten ze komen te staan.

Slide 18 - Question ouverte

Samenstellingen
Hoe zat het ook alweer? 
Ga (eventueel) terug naar les 5 voor de uitleg. 

Beantwoord samen de vragen op de volgende slide.

Slide 19 - Diapositive



Welke 4 samenstellingen verwerken jullie in de krant?
Bepaal samen welke woorden als samenstelling in jullie krant passen (misschien staan ze er al in).
Bepaal ook in welke teksten ze komen te staan.

Slide 20 - Question ouverte

Samentrekkingen
Hoe zat het ook alweer? 
Ga (eventueel) terug naar les 6 voor de uitleg. 

Beantwoord samen de vragen op de volgende slide.

Slide 21 - Diapositive


Welke 4 samentrekkingen verwerken jullie in de krant?

Bepaal samen welke woorden als samentrekking in jullie krant passen (misschien staan ze er al in).
Bepaal ook in welke teksten ze komen te staan.

Slide 22 - Question ouverte

Verwijzingen
Hoe zat het ook alweer? 
Ga (eventueel) terug naar les 4 voor de uitleg. 

Beantwoord samen de vragen op de volgende slide.

Slide 23 - Diapositive

Welke 4 verwijzingen verwerken jullie in de krant?

Bepaal samen welke verwijzingen in jullie krant passen (misschien staan ze er al in).
Bepaal ook in welke teksten ze komen te staan.

Slide 24 - Question ouverte

Tot slot
Verwerk de meervoudsvormen, samentrekkingen, samenstellingen en verwijzingen in de dorpskrant 
én 
onderstreep ze!

Slide 25 - Diapositive

Einde van de les!

You did it!

Slide 26 - Diapositive