Subjectief of objectief

Subjectief of objectief
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Subjectief of objectief

Slide 1 - Diapositive

1. Finn loopt het lokaal in en geeft de meester een hand
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 2 - Quiz

2. Lucas zit 10 minuten op de rand van de zandbak en kijkt naar de kinderen die op de tractor rijden
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 3 - Quiz

3. Isa trekt een boos gezicht naar Eva die daarop onverschillig reageert
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 4 - Quiz

4. Tygo is heel onzelfstandig want hij stelt steeds dezelfde vragen.
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 5 - Quiz

5. Lars draagt een blauwe broek met verf vlekken
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 6 - Quiz

6. Volgens mij was Esmee vandaag in een slechte bui want ze had nergens zin in
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 7 - Quiz

7. De juf deelt een compliment uit aan Sam omdat hij netjes opruimt.
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 8 - Quiz

8. Daniël heeft zijn jas niet opgehangen en zijn schoenen staan scheef onder de kapstok.
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 9 - Quiz

9. Amber is vast verdrietig omdat ze stilletjes naar buiten kijkt..
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 10 - Quiz

10. Het lokaal is erg rommelig
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 11 - Quiz