Vrijdag 11 november afronden Hoofdstuk 1

Welkom
Ga rustig zitten. Pak alvast je boek, pen en rekenmachine.

Je jas is aan de kapstok
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Ga rustig zitten. Pak alvast je boek, pen en rekenmachine.

Je jas is aan de kapstok

Slide 1 - Diapositive

5e uur

- examenvragen
- afmaken paragraaf 1.6
6e uur

- paragraaf 1.5
- Zelfstandig werken
- nakijken

Slide 2 - Diapositive

Examenvraag (2p)
De totale omzet van de supermarkten was in de tweede week van het WK voetbal 2018 € 54.000.000. Een stijging van 2,4% vergeleken met dezelfde week in 2017.

Bereken de totale omzet van de supermarkten in dezelfde week in
2013. Schrijf je berekening op.

Slide 3 - Question ouverte

Examenvraag (1p)
Volgens een woordvoerder van het MKB was de hogere omzet volledig te danken aan een hogere afzet.
De woordvoerder vervolgt: “Deze hogere afzet bij de supermarkten leidt echter niet direct tot meer werkgelegenheid.”

Verklaar dat deze hogere afzet bij de supermarkten niet direct hoeft te leiden tot meer werkgelegenheid in personen bij de supermarkten.

Slide 4 - Question ouverte

Bij iedere € 10 aan boodschappen ontving de klant één spaarzegel. Bij een volle spaarkaart van vijf zegels kon je met bijbetaling van € 9,95 (exclusief bezorgkosten van € 6,10 per bestelling) een juichpak kopen. De actie was een groot succes. De voorraad van 105.000 juichpakken was snel uitverkocht. Veel klanten met een volle spaarkaart hadden pech.

Marieke had twee volle spaarkaarten en bestelde twee juichpakken die ze thuis liet bezorgen.
Bereken het bedrag dat Marieke moest betalen voor de twee pakken. Schrijf je berekening op.

Slide 5 - Question ouverte

Zelfstandig werken
Afmaken paragraaf 1.6
timer
20:00

Slide 6 - Diapositive

Omzet is:
de afzet x verkoopprijs excl. BTW
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Afzet is het aantal verkochte producten.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Brutowinst is:
A
Afzet - inkoopwaarde
B
Inkoopprijs x verkoopprijs
C
omzet - inkoopwaarde
D
hetzelfde als nettowinst

Slide 9 - Quiz

Bedrijfskosten zijn de kosten die een bedrijf maakt, inclusief de inkoopkosten
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Nettowinst:
A
Brutowinst - omzet
B
Brutowinst - afzet
C
Brutowinst - bedrijfskosten
D
Brutowinst - inkoopwaarde

Slide 11 - Quiz

Nettowinst verhogen
- verkoopprijs verhogen of verlagen
- lagere inkoopprijs
- lagere bedrijfskosten

Slide 12 - Diapositive

Berekenen verkooprijs excl BTW
Stel je hebt een consumentenprijs van € 225,00. De BTW is 21%

Wat is dan je verkoopprijs exclusief BTW? 


Slide 13 - Diapositive

Stel je hebt een consumentenprijs van € 225,00.
De BTW is 21%

Wat is dan je verkoopprijs exclusief BTW?

Slide 14 - Question ouverte

Zelfstandig werken
Maken paragraaf 1.5


Slide 15 - Diapositive