1 mavo - hoofdstuk 5

Wat is geen zelfstandig naamwoord?
A
Analyse
B
Citroen
C
Luisteren
D
Liefde
1 / 31
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat is geen zelfstandig naamwoord?
A
Analyse
B
Citroen
C
Luisteren
D
Liefde

Slide 1 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
laptoptas
B
Etentje
C
kassamedewerker
D
quizvraag

Slide 2 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
Onduidelijk
B
Onnatuurlijk
C
Geïnteresseerd
D
Oneerlijk

Slide 3 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
Telefoonkabel
B
Telefoonhoesje
C
Telefoontje
D
Telefoonscherm

Slide 4 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
Tastbaar
B
Eetbaar
C
Fantasieloos
D
Appelboom

Slide 5 - Quiz


Welke 2 woorden zijn samenstellingen?
dierentuin - koffiekop - desinteresse - milieu - voetballen - applausje - manage

Slide 6 - Question ouverte

Samenstelling         Afleiding
Kassamedewerker                                       Onduidelijk
Motorhelm                                                       Ongezond                       
Halsketting                                                      Desinteresse
Telefoonhoesje                                              Vervangbaar
Vakantierooster                                             Kansloos
Vaccinatieplicht                                            Remigratie                              

Slide 7 - Diapositive

Samenstellingen
Samenstellingen bestaan uit twee woorden die ook los van elkaar een eigen betekenis hebben. (Vaak zijn het twee zelfstandige naamwoorden.) 

In het Nederlands schrijf je samenstellingen aan elkaar!

Handzeep                      Hand soap

Slide 8 - Diapositive

Afleidingen
Afleidingen zijn woorden meteen voorvoegsel of achtervoegsel.
Soms kan je het woord beter begrijpen door de betekenis van het voorvoegsel of achtervoegsel.

Slide 9 - Diapositive

Wat betekent 'on'
voorbeeld: onduidelijk
A
Wel
B
Niet
C
Met
D
Zonder

Slide 10 - Quiz

Wat betekent 'her'
voorbeeld: herexamen
A
opnieuw
B
mislukt
C
eerste poging
D
inhaal

Slide 11 - Quiz

Want betekent het woord 'anti'?
Voorbeeld: antibacterieel
A
Voor
B
Met
C
Tegen
D
Niet

Slide 12 - Quiz

'Wan' als voorvoegsel betekent 'verkeerd' of 'zonder'. Bedenk een woord met het voorvoegsel 'wan'

Slide 13 - Question ouverte

Afleidingen
Woorden als 'hongerig' of 'rugtasje' hebben ook een achtervoegsel. Van welke woorden stammen deze woorden?

Hongerig staat in het woordenboek onder: honger
Rugtasje onder 'rugtas'. Dat is dus het 'grondwoord'

Slide 14 - Diapositive

Schematisch is een afleiding van...
A
Schema
B
Schemaatje
C
Schema's
D
Organiseren

Slide 15 - Quiz

Eetbaar heeft een
A
Voorvoegsel
B
Achtervoegsel

Slide 16 - Quiz

Illegaliteit is een afleiding van...
A
Crimineel
B
Illegalen
C
Legaal
D
Illegaal

Slide 17 - Quiz

De aanvangstijd van de wedstrijd is 15.00 uur
A
Aanvangstijd = achtervoegsel
B
Aanvangstijd = voorvoegsel
C
Aanvangstijd = gewoon woord
D
Aanvangstijd = samenstelling

Slide 18 - Quiz

Verzin zoveel mogelijk woorden met het achtervoegsel 'loos'
timer
1:00

Slide 19 - Question ouverte

Wat is de belangrijke theorie die je vandaag hebt geleerd. Leg uit/noem begrippen.

Slide 20 - Question ouverte

Woordbetekenis raden
Samenstellingen en afleidingen helpen je vaak om de betekenis van moeilijke woorden te raden. 

Maakwerk: Magister- Nieuw Nederlands
Startopdracht, opdracht 1, 2, 3 en 4.

Slide 21 - Diapositive

Woordenschat hoofdstuk 5
Les 2

Slide 22 - Diapositive

Welk woord is een samenstelling?
A
bioscoop
B
bioscoopkaartje
C
Oneindig
D
Stiekem

Slide 23 - Quiz

Samenstellingen
A
bestaan uit 2 of meer woorden
B
Eindigen op 'je' of 'tje'
C
Zijn werkwoorden
D
Beginnen met on

Slide 24 - Quiz

Maak zelf een samenstelling met daarin het woord 'school'

Slide 25 - Question ouverte

Welke samenstelling bestaat uit de meeste woorden?
A
Rugzak
B
Rugzaktoerist
C
Lichtgewichtrugzak
D
Hogesnelheidstrein

Slide 26 - Quiz

Afleidingen
Bij 'afleidingen' worden er letters aan een woord toegevoegd, die je los meestal niet gebruikt.

Voorvoegsels: hergebruik, ongeduldig, wanhopig,

Achtervoegsels: wekelijks, schuimpje, hongerig

Slide 27 - Diapositive

Welke afleiding heeft een achtervoegsel?
A
Onbezorgd
B
Ontvluchten
C
Heropenen
D
Geluidloos

Slide 28 - Quiz

Het woord 'scheidkundige' is afgeleid van?
A
Scheikunde
B
Scheiden
C
Scheikundig persoon
D
Scheid

Slide 29 - Quiz

Typ een woord dat is afgeleid van 'vriend'

Slide 30 - Carte mentale

Huiswerk 
Magister - Nieuw Nederlands - hoofdstuk 5
Woordenschat (oranje balk)
Opdrachten staan klaar: 5 tot en met 11

Presentatiegroepje mag voorbereiden voor maandag (zachtjes)
Via Magister - Plot 26 - vind je het politiedossier. 
Wie - Wat gebeurd? - Waarom (motief) 

Slide 31 - Diapositive