leerjaar 2 D: geschiedenis

Welkom!
Doe je jas uit, tas van tafel.
Log in bij Lessonup. Pak je boek, schrift, mapje , leesboek en een pen.
Wees stil, dan kunnen we beginnen.

Pak je leesboek. We beginnen met 10 minuten stillezen.



timer
10:00
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom!
Doe je jas uit, tas van tafel.
Log in bij Lessonup. Pak je boek, schrift, mapje , leesboek en een pen.
Wees stil, dan kunnen we beginnen.

Pak je leesboek. We beginnen met 10 minuten stillezen.



timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Weet je in welke tijd een verhaal zich afspeelt.
  • Weet je hoeveel tijd er in een verhaal voorbij gaat. 

Slide 2 - Diapositive

  • Lastige werkwoorden
Vorige les

Slide 3 - Diapositive

In welke tijd speelt jouw boek zich af? Hoe weet je dat?

Slide 4 - Carte mentale

Tijd in verhalen

Een verhaal speelt zich af in een bepaalde tijd.
Bijvoorbeeld: aan het begin van de vorige eeuw, de tijd van de Eerste Wereldoorlog. Of nu, in deze tijd.
Als verhalen in een andere tijd spelen, dan zullen personen zich op een andere manier gedragen.
Bijvoorbeeld: in de Middeleeuwen hadden mensen andere ideeën over het geloof. 

Slide 5 - Diapositive

Verschillende manieren
Er zijn verschillende manieren hoe een schrijver kan laten zien in welke tijd het verhaal speelt
1) Door een jaartal te noemen.
2) Door bekende personen van vroeger in het verhaal te laten voorkomen.
3) Door te vertellen over bekende gebeurtenissen uit het verleden.
4) Door te vertellen over gebruiken, gewoontes, voorwerpen, kleding en eten uit de tijd van het verhaal.
5) Door te laten zien hoe de omgeving eruit ziet in de tijd van het verhaal.

Slide 6 - Diapositive

De tijd die voorbij gaat
De tijd die voorbij gaat kan ook belangrijk zijn.
Een verhaal kan gaan over 1 dag van 7:00 uur 's morgens tot 23:00 uur 's avonds. De tijd die voorbij gaat is dan 16 uren.
De schrijver van een verhaal geeft aanwijzingen over de tijd die voorbij gaat. Hij vertelt bijvoorbeeld of het ochtend is, of avond. Of hoe laat het is. Of het een week later is, of hij noemt een maand of een leeftijd van een persoon. 

Slide 7 - Diapositive



Wat?
  • D: geschiedenis opdr. 3

Hoe?
  • Boek blz. 204
  • Online > planning

Klaar? 
  • Lezen in je leesboek
  • Werken aan je schrijfdossier
  • Numo



Heb je hulp nodig?
Kijk eerst naar het stoplicht.
 


Rood? Stil. 
Stel je vraag aan de docent (alleen als je echt niet verder kunt).
Geel? Fluisterniveau. 
Vraag diegene naast je.
Groen? Fluisterniveau. 
Vraag diegene naast je of de docent.

Aan het werk
timer
15:00

Slide 8 - Diapositive

Opdracht 3 blz. 204
Luister goed naar elkaar.


Bespreken

Slide 9 - Diapositive




Na deze les...

  • Weet je in welke tijd een verhaal zich afspeelt.
  • Weet je hoeveel tijd er in een verhaal voorbij gaat. 
Doel

Slide 10 - Diapositive

Ik vind boeken over geschiedenis leuk.
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Sondage

Weet je nu wat de tijd is in een verhaal?

Slide 12 - Question ouverte

Huiswerk
  • Opdrachten afmaken die je nog niet af had.
  • Wat is het publiek van een tekst? Waarom is dit belangrijk?


Slide 13 - Diapositive