klas 2: het nut van goede taalbeheersing

De beste wensen voor 
2024
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De beste wensen voor 
2024

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen vandaag? 
cv
Eindcijfer periode 2
Het belang vaan taalbeheersing
Test je kennis 
Aan de slag..




Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

CV
Geboortedatum? 
Vestigingsplaats van bedrijf waar je werkt?  
Rijbewijs? 
let op hoofdletters, interpunctie

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je ziet zo een kort (2:37) filmpje
We maken kennis met iemand die taal en spelling moeilijk vindt. 

Je beantwoordt na het kijken deze twee vragen:
1) Noem twee gevoelens van Petra over haar (slechte) taalbeheersing.
2) Noem twee negatieve gevolgen van haar taalbeheersing.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen

1) Noem twee gevoelens van Petra over haar (slechte) taalbeheersing.

2) Noem twee negatieve gevolgen van haar taalbeheersing.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Je kan het belang van taalbeheersing uitleggen en je kan spellingregels juist toepassen. 



Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Goede taalbeheersing...
Nuttig? Of zinloos?
We beginnen met drie stellingen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel, jij krijgt later kinderen. Vind je het belangrijk dat ze goed leren praten?
onbelangrijk
beetje belangrijk
belangrijk
heel belangrijk

Slide 9 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

En... vind je het belangrijk dat ze goed leren lezen?
onbelangrijk
beetje belangrijk
belangrijk
heel belangrijk

Slide 10 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Tot slot: vind je het belangrijk dat ze goed leren schrijven?
onbelangrijk
beetje belangrijk
belangrijk
heel belangrijk

Slide 11 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

1) een spellinggeweten en 
2) een spellingbewustzijn creëren

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

spellinggeweten
Waarom moet je goed kunnen spellen? #whocares?
Waarom spel je het niet gewoon zoals je het hoort? #yolo

Kijk even naar de volgende afbeeldingen en oordeel zelf...

Slide 13 - Diapositive

Het creëren van een spellinggeweten betekent, weten waarom je goed zou moeten kunnen spellen, oftwel: wat is het nut van spelling? Een veelgestelde vraag daarbij is 'waarom spel je het niet zoals je hoort?'. Vandaar dat beide vragen aan bod komen.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

kies zelf één of twee voorbeelden
waarom is het dus belangrijk om foutloos te spellen?

Slide 18 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom spel je het niet gewoon zoals je het hoort?

Slide 19 - Diapositive

http://www.taalcanon.nl/vragen/is-spelling-taal/

Waarom spel je niet gewoon zoals je het hoort?
A
Omdat we allemaal iets anders horen
B
Omdat je teveel varianten krijgt
C
Omdat het moeilijker is
D
Omdat taal verandert

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spellingbewustzijn
Als het goed is, hebben jullie nu een spellinggeweten (begrijpen jullie hoe spellingregels zijn opgebouwd en waarom ze nuttig zijn)

Hoe zit het met jullie spellingbewustzijn
Hoe bewust ben jij van je eigen "spellingkunde"?
Bij (oefen)toetsen ontdek je jouw spellingtalenten. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke regel(s) of welk ezelsbruggetje gebruik jij voor het spellen van werkwoorden in de t.t.?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer gebruik je een komma? Meerdere antwoorden zijn goed.
A
tussen twee persoonsvormen
B
voor voegwoorden zoals omdat, maar, nadat, want, voordat
C
bij opsommingen
D
voor en/of na een aanspreking of een tussenwerpsel: Alya, pas jij de inleiding aan?

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een punt komma (;) gebruik je..
A
bij een opsomming
B
om twee bijzinnen met elkaar te verbinden
C
om hoofdzinnen te verbinden die bij elkaar horen
D
aan het einde van een zin.

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een puntkomma gebruik je..
om hoofdzinnen te verbinden die bij elkaar horen:
 – Ik kom iets later; ik heb namelijk de trein gemist.
 – De nieuwe laptops zijn veel sneller dan de oude; ze zijn bovendien goedkoper.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





Let op! 
- Je of jij achter het w.w. -   Kookt jij?   Kook jij? / Vindt je? Vind je? 
Gebiedende wijs: Kook!   Loop! 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Zin 1
Als je licht niet ...........(branden) dan moet je lopen. 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zin 1


Als je licht niet brandt  (je brand + t),dan moet je lopen. 


(Als je licht niet loopt, dan moet je lopen.)

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zin 2
Hoe laat .........(landen)  jullie vliegtuig? 

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zin 2
Hoe laat landt (land+t)  het vliegtuig? 


(Hoe laat loopt het vliegtuig? )

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag


Klaar? 
Maken in je werkboek Woordenschat paragraaf 1.1.  t/m 1.3

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions