voor en nacalculatie

Opbouw les
Terugblik
Huiswerk bespreken
Uitleg nieuwe lesstof
Aan de slag
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Opbouw les
Terugblik
Huiswerk bespreken
Uitleg nieuwe lesstof
Aan de slag

Slide 1 - Diapositive

                                 Terugblik:


Twee soorten reclame
Lay-out
Terugblik

Slide 2 - Diapositive

=
-
=
-
brutowinst
bedrijfskosten
brutowinst
verkoopprijs
nettowinst
inkoopwaarde

Slide 3 - Question de remorquage

omzet
verkoopprijs
nettowinst
brutowinst
consumentenprijs
Leerdoel 41
afzet × verkoopprijs =
inkoopprijs + brutowinstmarge
verkoopprijs + btw
omzet  – inkoopprijs
brutowinst – bedrijfskosten

Slide 4 - Question de remorquage

Aan de slag
Lezen samenvatting 4.4
Keuze:
Gelijk maken van zelftest als je denkt het al aardig te weten.
of
Maken van opdrachten. Solara energy. Kostprijs en verkoopprijs. Kostprijs op twee decimalen. Dan Bricklan. Dit kan samen met de docent of je kunt zelf aan de slag.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

voor en nacalculatie

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Wat wordt bedoeld met voorcalculatie?
A
Kostprijs wordt bepaald nadat het product is geproduceerd
B
Kostprijs wordt bepaald tijdens productie
C
Kostprijs wordt bepaald voordat het product wordt geproduceerd
D
Kostprijs wordt bepaald tijdens verkoop

Slide 23 - Quiz

Wat is een nacalculatie?
A
Het herberekenen van de brutowinst.
B
Het verschil met de voorcalculatie bepalen.
C
Na het productieproces berekenen wat de daadwerkelijke kosten waren.
D
Tijdens het productieproces Berekenen wat de daadwerkelijke kosten zijn.

Slide 24 - Quiz

Wat is een efficiencyresultaat?
A
Het verschil tussen het werkelijk aantal producten en de verwachte productie
B
Het verschil tussen de werkelijke hoeveelheid grondstof en de standaardhoeveelheid grondstof
C
Korting door inkoop van grotere hoeveelheid grondstof
D
Het verschil tussen de voorcalculatie en de nacalculatie

Slide 25 - Quiz

Wat is een prijsresultaat?
A
Gekochte grondstof blijkt duurder of goedkoper te zijn
B
De korting door inkoop van grote hoeveelheid grondstof
C
Het verschil tussen de werkelijke betaalde prijs en de standaardprijs
D
Het verschil tussen de voorcalculatie en de nacalculatie

Slide 26 - Quiz

Aan de slag
Lezen samenvatting 4.4
Keuze:
Gelijk maken van zelftest als je denkt het al aardig te weten.
of
Maken van opdrachten. Voorcalculatie. Kneet BV. Voorcalculatie in een grafiek. Verkoopresultaat. Gerealiseerd budgetresultaat.  Dit kan samen met de docent of je kunt zelf aan de slag.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive