13-03 Hoeken meten en tekenen
1 / 25
La durée de la leçon est: 70 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Hoe noem je dit?
(Vraag 1/12)
A
Het lijnstuk AB
B
De halve lijn met eindpunt B door A
C
De lijn door A en B
D
Een scherpe hoek
Slide 3 - Quiz
Hoe noem je dit?
(Vraag 2/12)
A
Het lijnstuk DE
B
De halve lijn door met eindpunt D door E
C
De lijn door D en E
D
Een stompe hoek
Slide 4 - Quiz
Hoe noem je dit?
(Vraag 3/12)
A
Het lijnstuk FG
B
De halve lijn met eindpunt F door G
C
De lijn door F en G
D
Heeft geen naam
Slide 5 - Quiz
Zal de lijn die getekend
wordt loodrecht op lijn m
komen te staan?
wordt loodrecht op lijn m
komen te staan?
(Vraag 4/12)
A
Ja, want lijn m ligt op de nullijn van de geo
B
Nee, dat zie je gewoon
C
Ja, want ze gaan met elkaar snijden
D
Ja, want er wordt netjes met geo getekend
Slide 6 - Quiz
Wat kun je zeggen over
de getekene lijn ten
opzichte van lijn m?
de getekene lijn ten
opzichte van lijn m?
(Vraag 5/12)
A
De getekende lijn staat loodrecht op lijn m
B
De getekende lijn is evenwijdig aan lijn m
C
Ze zijn even lang
D
De lijnen hebben niets met elkaar te maken
Slide 7 - Quiz
Welk symbool gebruik je om aan te geven dat twee lijnen elkaar loodrecht snijden?
(Vraag 6/12)
A
Een rondje om het snijpunt heen.
B
Pijltjes bij de twee snijdende lijnen.
C
Een blokje om de hoek heen.
D
Een dakje in 1 van de 4 hoeken.
Slide 8 - Quiz
Welk symbool gebruik je om aan te geven dat twee lijnen evenwijdig zijn?
(Vraag 7/12)
A
Een pijltje.
B
Hetzelfde aantal pijltjes bij beide lijnen.
C
Een loodlijn tussen de twee lijnen.
D
Hier is geen symbool voor.
Slide 9 - Quiz
Welk symbool gebruik je om aan te geven dat twee lijnen evenwijdig zijn?
(Vraag 8/12)
A
Een pijltje.
B
Hetzelfde aantal pijltjes bij beide lijnen.
C
Een loodlijn tussen de twee lijnen.
D
Hier is geen symbool voor.
Slide 10 - Quiz
Wat kun je zeggen over deze
hoek? (Er zijn meerdere
antwoorden mogelijk)
hoek? (Er zijn meerdere
antwoorden mogelijk)
(Vraag 9/12)
A
Het is een stompe hoek.
B
De hoek is tussen de 90 en 180 graden.
C
Het is een scherpe hoek.
D
De hoek is tussen de 0 en 90 graden.
Slide 11 - Quiz
Wat kun je zeggen over
deze hoek? (Meerdere
antwoorden mogelijk)
deze hoek? (Meerdere
antwoorden mogelijk)
(Vraag 10/12)
A
Het is een stompe hoek.
B
De hoek is tussen de 90 en 180 graden.
C
Het is een scherpe hoek.
D
De hoek is tussen de 0 en 90 graden.
Slide 12 - Quiz
Wat kun je zeggen over
deze hoek? (Meerdere
antwoorden mogelijk)
deze hoek? (Meerdere
antwoorden mogelijk)
(Vraag 11/12)
A
Het is een gestrekte hoek.
B
Het is een stompe hoek.
C
De hoek is precies 180 graden.
D
Het is een rechte hoek.
Slide 13 - Quiz
Welke uitspraak
klopt niet?
klopt niet?
(Vraag 12/12)
A
Lijn h ⊥ lijn g
B
Halve lijn k is evenwijdig aan lijn g.
C
Punt B ligt op lijn g
D
Punt C ligt op halve lijn k
