20-02 Laatste les voor de proef

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Welkom

Binnen is beginnen:
Kies een plekje, pak je spullen en begin met werken.

Opmerking over de proef

Proef morgen gaat door.
Uitstel vragen naar maandag 6 maart mag. 

Morgen het hele lesuur stil werken (aan de proef of eigen werk)

Keuze

Zelf aan het werk                      of                   Meedoen met lessonup
                                                                                                   quiz



of eigen ideeën?

Lesdoel(en)

Je oefent nog eens goed met de stof van hoofstuk 4, zodat je 
- morgen een goede proef kan maken  
of
- minder aan wiskunde hoeft in de vakantie.

Dit verwacht ik van jou

- Je bent aan het werk voor wiskunde, tenzij je al klaar bent.

- Je mag overleggen, maar doet dit op fluistervolume.

- De telefoon is niet toegestaan.

Quiz

Ga naar lessonup.app en log in met
de code die op de volgende dia staat.

Hoe heet het hoogste punt van een bergparabool en het laagste punt van een dalparabool?

1. Top
2. Dal
3. Daar is geen vaste naam voor
4. Hypotenusa

Wat voor grafiek hoort er bij deze formule:

y=−x​2​​+22

1. Dalparabool
2. Bergparabool
3. Rechte lijn
4. Dat kun je niet weten

Wat voor grafiek hoort er bij deze formule:

y=3x−12

1. Dalparabool
2. Bergparabool
3. Rechte lijn
4. Dat kun je niet weten

Wat voor grafiek hoort er bij deze formule:

y=5x​2​​+6

1. Dalparabool
2. Bergparabool
3. Rechte lijn
4. Dat kun je niet weten

Wat voor grafiek hoort er bij deze formule:

y=−0,02x​2​​+800

1. Dalparabool
2. Bergparabool
3. Rechte lijn
4. Dat kun je niet weten

Ligt het punt (6, 12) op de grafiek van deze formule?

y=x​2​​−24

1. Ja
2. Nee

Ligt het punt (5, 120) op de grafiek van deze formule?

y=4x​2​​+20

1. Ja
2. Nee

Ligt het punt (-4, -11) op de grafiek van deze formule?

y=x​2​​+5

1. Ja
2. Nee

Ligt het punt (-10, 150) op de grafiek van deze formule?

y=2x​2​​−50

1. Ja
2. Nee

Ligt het punt (-3, -26) op de grafiek van deze formule?

y=−2x​2​​−8

1. Ja
2. Nee

De oppervlakte van een vierkant is 20.

Hoe lang is een zijde van dit vierkant?

1. ​4​​√​20​​​​​
2. Dat hangt af van de verhoudingen.
3. 10
4. √​20​​​

Gegeven is de formule:

Bereken y als x = 9

y=√​x​​​+4

1. y = 7
2. y = 8,5
3. Kan niet
4. y = 1

Gegeven is de formule:

Bereken y als x = 81

y=2√​x​​​−15

1. y = 56
2. y = 14
3. Kan niet
4. y = 3

Gegeven is de formule:

Bereken y als x = 12

y=0,5√​3x​​​

1. y=0,5√​312​​​
2. y = 3
3. y = 9
4. Kan niet

Gegeven is de formule:

Bereken y als x = 32

y=0,25√​0,5x​​​

1. y=0,5√​0,532​​​
2. y = 1
3. y = 2
4. Kan niet

Gegeven is de formule:

Bereken y als x = -100

y=√​x​​​+30

1. y = 20
2. y = 40
3. y = -20
4. Kan niet

Herleid.

√​5​​​+3√​5​​​=

1. Kan niet korter
2. 3√​5​​​
3. 4√​5​​​
4. 15

Herleid.

5√​13​​​+4√​6​​​=

1. Kan niet korter
2. 3√​5​​​
3. 4√​5​​​
4. 15

Herleid.

−2√​36​​​+5√​9​​​=

1. Kan niet korter
2. 3
3. 27
4. -21

Herleid.

√​5​​​⋅√​8​​​=

1. Kan niet korter
2. √​40​​​
3. √​13​​​
4. √​58​​​

Herleid.

2√​3​​​⋅5√​10​​​=

1. Kan niet korter
2. 7√​30​​​
3. 7√​13​​​
4. 10√​30​​​

Herleid.

(5√​10​​​)​2​​=

1. Kan niet korter
2. 250
3. 25√​10​​​
4. 50

Herleid.

(−3√​11​​​)​2​​=

1. 9√​11​​​
2. -33
3. -99
4. 99

Wat geeft dezelfde uitkomst als

√​96​​​

1. √​2⋅48​​​
2. √​16​​​⋅√​6​​​
3. 16⋅√​6​​​
4. √​4​​​⋅√​24​​​

Herleid.
(Maak de wortel zo klein mogelijk)

√​50​​​=

1. Kan niet
2. 2√​5​​​
3. 5√​2​​​
4. 10

Herleid.
(Maak de wortel zo klein mogelijk)

10√​44​​​=

1. Kan niet
2. 40√​11​​​
3. 110√​4​​​
4. 20√​11​​​

Herleid.

√​2​​​⋅√​12​​​=

1. Kan niet
2. √​24​​​
3. 2√​6​​​
4. 6√​2​​​

Werktijd

Grote ronde
Ik inventariseer waar iedereen mee bezig gaat.
(Nog geen vragen over de inhoud.)

Werktijd

Kleine ronde
Ik loop een ronde door de klas en neem de tijd om je te helpen of met je in gesprek te gaan.

Werktijd

Observeren
Nu even geen vragen.

Werktijd

Stil werken (Geen vragen)
Je bent zelfstandig en stil aan het werk.
Je hebt geen contact met anderen.
Je kan nu geen vragen stellen. Lees de theorie
of sla de vraag over als je vastloopt.

Werktijd

Stil werken (Vragen mag wel)
Je bent zelfstandig en stil aan het werk.
Je mag zacht fluisterend wat vragen aan een klasgenoot
of aan de docent.

Afsluiting

Heb je het lesdoel/de lesdoelen bereikt?