WEBB - Markt en overheid 3.6 t/m 3.13

Welkom
5 havo ECONOMIE  ||  2024-2025
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
5 havo ECONOMIE  ||  2024-2025

Slide 1 - Diapositive

Waardoor kan het lastig zijn om toe te treden tot een markt?

Slide 2 - Question ouverte

Schaalvoordelen
Constante kosten moeten gedekt worden door veel klanten. 
  • Constante kosten per product moeten zo laag zijn dat de productie winstgevend wordt. 

Slide 3 - Diapositive

Verzonken kosten
Kosten van een specifieke investering die niet op een andere manier kunnen worden terugverdiend.

Slide 4 - Diapositive

Verzonken kosten
Een bedrijf dat verzonken kosten heeft is kwetsbaar bij onderhandelingen. 

Bijvoorbeeld een beeldhouwer maakt een beeld op bestelling. Het beeld voldoet helemaal aan de eisen van de klant. Maar als de klant het beeld toch niet gaat kopen, heeft de beeldhouwer een probleem. 

Slide 5 - Diapositive

Geef aan in welke geval(len) er sprake is van verzonken kosten.
A
Een opleiding tot Operator van een specialistische machine.
B
Aanschaf van een koelvrachtwagen.
C
Aanschaf van een bus.
D
Aanleg van een fietspad.

Slide 6 - Quiz

Voorbeeld van een voordeel als je hoge verzonken kosten hebt....
A
Je wordt als betrouwbaarder gezien door je zakenpartners
B
Zakenpartners minder vertrouwen in je
C
Verzonken kosten hebben geen voordeel

Slide 7 - Quiz

Bij welke marktvorm(en) spelen schaalvoordelen, verzonken kosten en een octrooi een grote rol?
A
Volkomen concurrentie
B
Monopolistische concurrentie
C
Oligopolie
D
Monopolie

Slide 8 - Quiz

Monopolistische concurrentie
Veel aanbieders
Heterogeen product
Geen grote toetredingsbarrières. 
--> beperkte invloed op de prijs. 

Slide 9 - Diapositive

Hoe kan een bedrijf zorgen voor zoveel mogelijk winst?

Slide 10 - Question ouverte

Marktgedrag
Liefst zoveel mogelijk winst. 
  • Zoveel mogelijk verkopen
  • Vergroten van service
  • Reclame maken
  • Overname concurrent

Slide 11 - Diapositive

Bij welke marktvorm is de kans op een prijzenoorlog het grootst
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volledige mededinging

Slide 12 - Quiz

Een prijzenoorlog win je door hogere kosten te hebben dan de concurrent.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Concurreren
Prijzenoorlog
Productdifferentiatie
  • Product eigen kenmerken geven. 
Prijsdifferentiatie
  • Homogeen product maar toch verschillende prijzen, door bijvoorbeeld service. 

Slide 14 - Diapositive

Goederen
Substitueerbaar
  • Vervangend
  • Appel en peer
Complementair
  • Aanvullend
  • Fiets en fietspomp

Slide 15 - Diapositive

qa = -2Pa + Pb + 300
qb = -2Pb + Pa + 300
Leg uit of deze goederen substitueerbaar of complementair zijn.

Slide 16 - Question ouverte

Bij welke marktvorm wordt het gemakkelijkst een kartel gesloten?
A
Volkomen concurrentie
B
Monopolistische concurrentie
C
Monoplie
D
Oligopolie

Slide 17 - Quiz

het consumentensurplus is het verschil tussen...
A
de betalingsbereidheid en de marktprijs
B
de betalingsbereidheid en de evenwichtsprijs
C
de evenwichtsprijs en de marktprijs
D
de evenwichtsprijs en de laagste prijs

Slide 18 - Quiz

Wat is het consumentensurplus bij
p = € 0,30?
A
2
B
4
C
20
D
40

Slide 19 - Quiz

consumentensurplus
L x B x 0,5
en producentensurplus samen
L x B x 0,5

Slide 20 - Diapositive

Concurrentie
  • Vergroot het surplus en daarmee de welvaart. 
  • Samenwerking levert meer winst op --> afspraken/kartel is verboden --> ACM (Autoriteit Consument & Markt) houdt toezicht. 
  • Ondernemingen volgen de prijsleider. 

Slide 21 - Diapositive

Aan het werk
Maken 3.6 t/m 3.13
Nakijken
  • Wat heb je goed gedaan?
  • Wat kun je beter doen?

Slide 22 - Diapositive