Herhaling 4.1 en 4.2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

herhaling

Ik heb een bekerglas met daarin korrels zout en gemalen koffie.

Hoe kan ik deze twee stoffen van elkaar scheiden.

Denk aan de scheidingmethoden uit het boek die we hebben gehad.

Vandaag

-herhalen par 1 en 2

-quiz

- samen opdrachten par 2 maken 

- zelfstandig werken

Wat zou je kunnen doen om te zorgen dat ijzer niet gaat roesten?

Zie afbeelding A hiernaast.

Stelling:

Dit is een zuivere stof

1. Juist
2. Onjuist
3. Kun je niet zeggen

Stelling: Kraanwater is een zuivere stof

1. Juist
2. Onjuist
3. Kun je niet zeggen

Wanneer je filtreert, dan blijft er een stof achter in het filter, dit noem je....?

1. Filtraat
2. Destillaat
3. Residu
4. Geen van deze antwoorden is juist

Welke scheidingsmethoden kies je wanneer je zuiver water wilt winnen uit zeewater?

1. Indampen
2. Filtreren
3. Bezinken
4. Destilleren

Hoe Noem je de faseovergang waarbij een vloeibaar kaarsvet weer vast wordt?

1. Smelten
2. Stollen
3. Verdampen
4. Condenseren

Benzine is een vluchtige stof.
Welke faseovergang vindt hier plaats?

1. vast naar gas
2. gas naar vloeibaar
3. vloeibaar naar gas
4. vloeibaar naar vast

Hoe noem je water in gasvorm?

1. waterstof
2. waterdamp
3. watergas
4. koolwaterstof

Aike zegt: “Waterdamp is een gas.”
Joyce zegt: “Waterdamp bestaat uit waterdruppeltjes.”
Wie heeft gelijk?

1. Ze hebben allebei gelijk
2. Alleen Aike heeft gelijk
3. Alleen Joyce heeft gelijk
4. Ze hebben geen van beide gelijk

Het kookpunt van ether is bij normale omstandigheden 35°C.
Wat is het kookpunt van ether als de luchtdruk veel hoger is dan normaal?

1. Het kookpunt is lager dan 35°C
2. Het kookpunt blijft 35°C
3. Het kookpunt is hoger dan 35°C

Welke diagram laat een kooktraject zien?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat is een mengsel?

Wat is een zuivere stof?

Wat bedoelen ze met een vluchtige stof?

Filtraat is hetgeen wat overblijft in een filter papier.

1. Waar
2. Niet waar

Noem drie stofeigenschappen, je mag geen kleur, geur of smaak gebruiken

P - zin in een gifwijzer geeft het gevaar aan

1. Waar
2. Niet waar

Wat zie je hier?

Mengel 

1) Geef bij elke stof aan of het gaat om een mengsel of een zuivere stof.

Sleep naar het juiste vakje

Zuivere stof

2) Er zijn verschillende manieren om stoffen te scheiden.
Van welke stofeigenschap maak je gebruik bij het scheiden van een mengsel met behulp van een filter?

3) Wanneer je een stof gaat scheiden, veranderen de moleculen.

1. waar
2. niet waar

4) Van welke stofeigenschap maak je gebruik bij indampen

1. dichtheid
2. kookpunt
3. oplosbaarheid
4. smeltpunt

5) Glycerol heeft een smeltpunt van 18 graden Celsius en een kookpunt van 290 graden Celsius.
In welke fase bevindt Glycerol zich bij kamertemperatuur?

1. Vast
2. Vloeibaar
3. Gasvormig

6) Isobutaan heeft een smeltpunt van -138 graden Celsius en een kookpunt van -12 graden Celsius.
In welke fase bevindt Isobutaan zich bij kamertemperatuur?

1. Vast
2. Vloeibaar
3. Gasvormig

7a)Wat is het kookpunt?
b) Wat is het smeltpunt?
c) Welke stof is het?

8) Wat gebeurt er met de temperatuur van een vloeistof als hij kookt?

1. De temperatuur daalt tijdens het koken
2. De temperatuur stijgt tijdens het koken
3. De temperatuur blijft gelijk tijdens het koken

9) Welk verband hebben de luchtdruk waarin water zich bevindt en het kookpunt van water met elkaar?

1. Het kookpunt wordt lager als de luchtdruk stijgt
2. Het kookpunt wordt hoger als de luchtdruk stijgt
3. Het kookpunt blijft gelijk als de luchtdruk stijgt