KWC V3 Schrijfvaardigheid dialogen (11-1-2024)

Welkom v3a


Schrijfvaardigheid 5: dialogen
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom v3a


Schrijfvaardigheid 5: dialogen

Slide 1 - Diapositive

Programma
  1. Lezen 10 minuten
  2. Schrijfvaardigheid 5: dialogen
  3. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Diapositive

10 minuten lezen

Slide 3 - Diapositive

Schrijfvaardigheid 5: dialogen

Doel: Je leert wat de directe en indirecte reden is en wat parafraseren is. 



Slide 4 - Diapositive

Schrijfvaardigheid 5: dialogen
Directe rede = je geeft letterlijk de woorden weer van degene die spreekt en die plaats je tussen aanhalingstekens.

Claudine zei: 'Morgen wil ik eindelijk uitslapen.'

Slide 5 - Diapositive

Welke zin staat er in de directe rede?
A
Mijn vader zegt dat hij morgen thuiskomt.
B
Mijn moeder roept: 'Kom direct thuis!'
C
Het meisje vertelt mij dat ze morgen jarig is.
D
Simon vertelde mij dat hij gister ziek was.

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste directe rede bij de zin?

Ik vraag of we het journaal gaan kijken.
A
Ik vraag: gaan we het journaal kijken?
B
Ik vraag "Gaan we het journaal kijken?"
C
Ik vraag: "Gaan we het journaal kijken?"

Slide 7 - Quiz

Schrijfvaardigheid 5: dialogen
Indirecte rede = je geeft niet letterlijk de gesproken woorden weer, maar je maakt hier een bijzin van, deze staat niet tussen aanhalingstekens. 

Claudine zei dat ze morgen eindelijk wilde uitslapen.

Slide 8 - Diapositive

Welke zin staat in de indirecte rede?
A
Mijn moeder zegt dat ik groente moet eten.
B
Mijn moeder zegt: 'Je moet groente eten!'
C
'Stop, politie!', hoor ik achter me.
D
'Ach, wat schattig!', zegt mijn oma.

Slide 9 - Quiz

Welke zin staat in de indirecte rede?
A
De vrouw zei: "Nooit."
B
Ik heb gezegd dat ik dat niet zou doen.
C
De leraren zeiden: "Dat doen we."
D
De scheikundige zegt:"Dat klopt helemaal."

Slide 10 - Quiz

Schrijfvaardigheid 5: dialogen
Parafraseren = je geeft in je eigen woorden weer wat iemand ongeveer gezegd heeft.

Claudine wilde morgen eindelijk eens uitslapen. 

Slide 11 - Diapositive

Parafraseer de volgende zin:
'Dat vind ik echt een enorme rotstreek van je!', schreeuwde Hannah.

Slide 12 - Carte mentale

Zelf aan het werk met de dialoog

Huiswerkcontrole
Nakijken opdracht 1 t/m 4 p. 103
Maken opdracht 5, 6, 10ab en 11 p. 103 en 104
Klaar? Lezen

Slide 13 - Diapositive

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: dinsdag 16 januari
  • Huiswerk: bestuderen Leesvaardigheid 3 en 4 p. 16 en 20
  • Meenemen: boek, leesboek, schrift en pen​
  • Programma: herhaling en oefenen leesvaardigheid 3 en 4
  • Toets Leesvaardigheid 3 en 4 donderdag 18-1-2024


Slide 14 - Diapositive