V3 Schrijfvaardigheid 5: dialogen

Programma

  1. Schrijfvaardigheid 5: dialogen
  2. Afsluiting en vooruitblik

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Programma

  1. Schrijfvaardigheid 5: dialogen
  2. Afsluiting en vooruitblik

Slide 1 - Diapositive

Schrijfvaardigheid 5: dialogen

Doel: Je leert wat de directe en indirecte reden is en wat parafraseren is. 



Slide 2 - Diapositive

Wat herinner je je over de dialoog?

Slide 3 - Carte mentale

Schrijfvaardigheid 5: dialogen
Directe rede = je geeft letterlijk de woorden weer van degene die spreekt en die plaats je tussen aanhalingstekens.

Claudine zei: 'Morgen wil ik eindelijk uitslapen.'

Slide 4 - Diapositive

Welke zin staat er in de directe rede?
A
Mijn vader zegt dat hij morgen thuiskomt.
B
Mijn moeder roept: 'Kom direct thuis!'
C
Het meisje vertelt mij dat ze morgen jarig is.
D
Simon vertelde mij dat hij gister ziek was.

Slide 5 - Quiz

Wat is de juiste directe rede bij de zin?

Ik vraag of we het journaal gaan kijken.
A
Ik vraag: gaan we het journaal kijken?
B
Ik vraag "Gaan we het journaal kijken?"
C
Ik vraag: "Gaan we het journaal kijken?"

Slide 6 - Quiz

Schrijfvaardigheid 5: dialogen
Indirecte rede = je geeft niet letterlijk de gesproken woorden weer, maar je maakt hier een bijzin van, deze staat niet tussen aanhalingstekens. 

Claudine zei dat ze morgen eindelijk wilde uitslapen.

Slide 7 - Diapositive

Welke zin staat in de indirecte rede?
A
Mijn moeder zegt dat ik groente moet eten.
B
Mijn moeder zegt: 'Je moet groente eten!'
C
'Stop, politie!', hoor ik achter me.
D
'Ach, wat schattig!', zegt mijn oma.

Slide 8 - Quiz

Welke zin staat in de indirecte rede?
A
De vrouw zei: "Nooit."
B
Ik heb gezegd dat ik dat niet zou doen.
C
De leraren zeiden:"Dat doen we."
D
De scheikundige zegt:"Dat klopt helemaal."

Slide 9 - Quiz

Schrijfvaardigheid 5: dialogen
Parafraseren = je geeft in je eigen woorden weer wat iemand ongeveer gezegd heeft.

Claudine wilde morgen eindelijk eens uitslapen. 

Slide 10 - Diapositive

Parafraseer de volgende zin:
'Dat vind ik echt een enorme rotstreek van je!', schreeuwde Hannah.

Slide 11 - Question ouverte

Opdrachten maken
Maak opdracht 7 en 12 op pagina 103-105 van je boek. 
Je krijgt voor deze opdracht 20 minuten de tijd, daarna bespreken we de antwoorden.
Je mag zachtjes overleggen met je buur. 

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 7 nakijken
a Meneer Graanstra merkt op dat hij met zo veel ontbijtproducten in de supermarkt niet meer weet wat hij moet kiezen. Mevrouw Krent antwoord hem dat zij nog altijd gewoon de havermout neemt.

b Achmed vroeg aan Freek of hij zich al ingeschreven had voor de Dam tot Damloop. Freek riep enthousiast dat hij dat al weken geleden had gedaan.

c Marije durfde het niet aan hem te vragen, Bente vond dat ze hem gewoon een appje moest sturen.

Slide 13 - Diapositive


Typ hier jouw uitwerking van opdracht 12.

Slide 14 - Question ouverte

Afsluiting en vooruitblik

Leren LessonUps (zie linkjes op Teams)
Leren p. 16 en 20 uit je boek
Bestuderen gemaakte opdrachten




Slide 15 - Diapositive