MODTH Les 7 Scheikunde

     Cosmetische hand-nagel-voetbehandeling
Les 7
Scheikunde
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 135 min

Éléments de cette leçon

     Cosmetische hand-nagel-voetbehandeling
Les 7
Scheikunde

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag
  • Herhalen cosmetica

  • Moleculen en atomen
  • Elementen
  • Mineralen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 
  • De student kent de bouw van een molecuul en atoom.
  • De student kent de elementen en symbolen.
  • De student kent de mineralen.
 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Formatieve toets
Volgende week 
formatieve toets 
Cosmetische hand-nagel-voetbehandeling

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhalen Cosmetica

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk type vetten zijn lichaamsvreemd?
A
minerale vetten
B
plantaardige vetten
C
dierlijke vetten

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

uiterlijk verbeteren
processen in de huid beïnvloeden
stoffen binden
kleurstof
emulgator
werkstof

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van een grondstof in cosmetica?
A
zorgt ervoor dat het product opgenomen wordt door de huid.
B
zorgt dat de andere ingrediënten niet bederven.
C
draagt de werkstoffen en hulpstoffen.

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe meer conserveringsmiddelen er in een product zitten, hoe beter dit is voor het product
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Hoe meer conserveringsmiddelen er in een product zitten, hoe minder de werkstoffen hun werk kunnen doen. 
Dit komt omdat het percentage werkstoffen dan lager is. Hierdoor kunnen deze minder hun werk doen. Er mogen daarom niet te veel conserveringsmiddelen in een product zitten. Dit is zelfs vastgelegd in de wet- en regelgeving
Forms opdracht

Maak de Forms opdracht Herhalen cosmetica

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Scheikunde
Scheikunde

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Scheikunde
Blijvende verandering van dode stoffen.
Indeling:
  • Elementen: metalen / niet-metalen
  • Herkomst: organisch, aardbodem, synthetisch
  • Stoffen met of zonder koolstof

Slide 12 - Diapositive

Natuurkunde gaat over tijdelijke veranderingen van dode stoffen. Bijv water wordt ijs, maar ijs kan ook weer water worden
Scheikunde gaat over blijvende veranderingen van dode stoffen. Bijv. hout verbrand er ontstaat as. As kan geen hout meer worden.
Een dode stof heeft in tegenstelling tot een levende stof geen levensverrichtingen zoals; beweging, stofwisseling, voortplanting ect.

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Opbouw stoffen
Moleculen: Kleinste deel van een stof dat nog alle oorspronkelijke eigenschappen van de stof bezit.
ElementenStoffen die niet verder ontleed kunnen worden. Deze gaan verbinding met elkaar aan.
AtomenOpgebouwd uit elementen = kleinste deel van element.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Moleculen
Kleinste deeltje van een stof die nog alle eigenschappen bezit.
Bv. suiker 

Slide 15 - Diapositive

Een molecuul is het kleinste gedeelte van een stof dat nog alle oorspronkelijke eigenschappen van de stof bezit.
BV: je pakt een klontje suiker en breekt dit in zoveel mogelijk stukjes. Zelfs het kleinste korreltje smaakt zoet en bevat nog alle eigenschappen van suiker.
Opbouw atomen
  • Kern met protonen (positief geladen deeltjes) en neutronen
  • Schillen met negatief geladen deeltjes, elektronen

Atomen kunnen elektronen opnemen of afstaan.
Neutraal, positief of negatief geladen

Slide 16 - Diapositive

In kern: protonen (positief geladen deeltjes)
In de schillen: elektronen (negatief geladen deeltjes)
Neutraal atoom -> aantal protonen in kern gelijk kaan aantal elektronen in de schillen

Elementen
Stoffen die niet verder ontleed kunnen worden. Deze gaan verbinding met elkaar aan.
  • Ongeveer 118 elementen ontdekt.
  • Elk eigen naam en symbool
     - bijvoorbeeld ijzer (ferrum = Fe) 
  • Te verdelen in  metalen en niet-metalen.

Slide 17 - Diapositive

Inmiddels zijn er op aarde iets meer dan 100 elementen. 
De elementen hebben elk een eigen naam en worden aangeduid met een symbool; Hoofdletter en eventueel kleine letter.
BV suiker CH2OH opgebouwd uit de elementen; koolstof ( C ), waterstof ( H ) en zuurstof ( O )



Eigenschappen 
  • Glanzend en vaste vorm
  • Hoog smeltpunt
  • Voelen koud aan
  • Zijn stroomgeleiders
  • Te vervormen door walsen en smeden




  • Calcium (Ca)
  • Kalium (K)
  • Natrium (Na)
  • Ijzer (Fe)
  • Magnesium (Mg)
  • Koper (Cu)
Metalen

Slide 18 - Diapositive

Onmisbaar voor al het leven op aarde
Komen in ons voedsel voor
Behalve Kwik, is vloeibaar en niet vaste vorm




Eigenschappen 
  • Broos en zacht
  • Vaste vorm, vloeibare vorm of gasvormig


  • Chloor (Cl)
  • Fluor (F)
  • Fosfor (P)
  • Jodium (J)
  • Stikstof (N)
  • Waterstof (H)
  • Zuurstof (O)
  • Zwavel (S)
Niet metalen

Slide 19 - Diapositive

Metalen komen alleen in vast vorm voor.
Niet metalen in alle drie de aggregatie toestanden.




  • Voedingsstoffen die nodig zijn om het lichaam goed te laten functioneren.
  • Kan het lichaam niet zelf aanmaken.
  • Halen we uit onze voeding.

  • Kalium 
  • Natrium 
  • Magnesium 
  • Calcium
  • Chroom
  • Koper
  • Broom
  • Fluor
  • Jodium
  • Fosfor
Mineralen

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 

Maak opdracht 
 Scheikunde


Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Levende natuur
Tijdelijke veranderingen
Blijvende verandering dode stoffen

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Het kleinste deeltje water heet een
A
atoom
B
element
C
molecuul

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welk van de onderstaande afbeeldingen zie je een meervoudig molecuul?
A
B

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een atoom
A
Bouwstof van speelgoed
B
Bouwstof van een molecuul
C
Bouwstoffen van een element
D
Bouwstoffen

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

atoom
element
molecuul
kleinste deel van een stof die eigenschappen nog bezit
kleinste deel van een element
zijn niet verder ontleedbaar

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

metalen
Niet metalen
K
Cl
Na
Mg
H
Ca
C
O
P
S
Fe
N

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende les scheikunde: verbindingen

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions