Basis Cosmetica

THVP
Basis cosmetica: Beauty level 3
Mevrouw Verbaan
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

THVP
Basis cosmetica: Beauty level 3
Mevrouw Verbaan

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Basis Cosmetica
Leerdoelen:
  • Ik weet de begrippen te benoemen behorende bij de opbouw van stoffen
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen dode- en levende stoffen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verandering van stoffen
Dode en levende stoffen worden bestudeerd in natuurwetenschappen:

Natuurkunde: Tijdelijke veranderingen van dode stoffen.
 BV: water -> ijs, ijs -> water
Scheikunde: Blijvende veranderingen van dode stoffen.
 BV: hout -> as
Biologie: Levende natuur, met levende stoffen. Mensen, planten en dieren. (Leer van het leven)



Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Natuurkunde

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Scheikunde

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is bij natuurkunde een tijdelijke of blijvende verandering van stof?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Is bij scheikunde een tijdelijke of blijvende verandering van stof?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Biologie
De leer van het leven!
Het gaat over mensen, dieren of planten!

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opbouw van een stof(materie)

Molecuul: kleinste gedeelte van een stof dat nog alle oorspronkelijke eigenschappen bezit. (suiker)
Element: stoffen die niet verder ontleed kunnen worden. Eigen naam en eigen symbool. (periodiek systeem)
Atoom: kleinste deel van een element. Een kern en meerdere schillen.



Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Levende stoffen
Indelen naar:
  • aantal cellen
  • grootte
  • soort
Kenmerken:
  • groei
  • Voortplanting
  • Stofwisseling
  • Beweging
  • prikkelbaarheid

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je het kleinste deeltje van een stof die alle eigenschappen nog bezit?
A
Element
B
Molecuul
C
Atoom

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 2 kenmerken van een levende stof

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Indeling dode stoffen
Indeling naar herkomst

Natuurlijke stoffen: afkomstig levend organismen (organische stoffen) BV: koolhydraten, eiwitten en vetten.
Minerale stoffen: afkomstig uit aardbodem. BV: aardolie, zout en paraffine.
Synthetische stoffen: zijn kunstmatig gemaakt. BV: nylon, plastic en siliconen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voorbeeld van een natuurlijke stof

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voorbeeld van een minerale stof

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voorbeeld van een synthetische stof

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Indeling dode stoffen(naar vorm)
Vaste stoffen:
Vaste vorm en vast volume (inhoud)
Bijv. ijs en vet
Vloeibare stoffen:
Geen vaste vorm en vast volume
Bijv. water en olie
Gasvormige stoffen:
Geen vaste vorm en geen vast volume
Bijv. waterdamp, helium of zuurstofgas





Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vaste stoffen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vloeibare

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gasvormig

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Elementen
Stoffen die niet verder ontleed kunnen worden. Deze gaan verbinding met elkaar aan.
  • Ongeveer 100 elementen ontdekt.
  • Elk eigen naam en symbool
     - bijvoorbeeld ijzer (ferrum = Fe) 
  • Te verdelen in  metalen en niet-metalen.

Slide 22 - Diapositive

Inmiddels zijn er op aarde iets meer dan 100 elementen. 
De elementen hebben elk een eigen naam en worden aangeduid met een symbool; Hoofdletter en eventueel kleine letter.
BV suiker CH2OH opgebouwd uit de elementen; koolstof ( C ), waterstof ( H ) en zuurstof ( O )



Eigenschappen 
  • Glanzend en vaste vorm
  • Hoog smeltpunt
  • Voelen koud aan
  • Zijn stroomgeleiders
  • Te vervormen door walsen en smeden




  • Calcium (Ca)
  • Kalium (K)
  • Natrium (Na)
  • Ijzer (Fe)
  • Magnesium (Mg)
  • Koper (Cu)
Metalen

Slide 23 - Diapositive

Onmisbaar voor al het leven op aarde
Komen in ons voedsel voor
Behalve Kwik, is vloeibaar en niet vaste vorm

Noem een metaal die we in de cosmetica gebruiken (boek)

Slide 24 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions




Eigenschappen 
  • Broos en zacht
  • Vaste vorm, vloeibare vorm of gasvormig


  • Chloor (Cl)
  • Fluor (F)
  • Fosfor (P)
  • Jodium (J)
  • Stikstof (N)
  • Waterstof (H)
  • Zuurstof (O)
  • Zwavel (S)
Niet metalen

Slide 25 - Diapositive

Metalen komen alleen in vast vorm voor.
Niet metalen in alle drie de aggregatie toestanden.

Welk metaal is een goede geleider?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk product is calcium verwerkt?
A
Zeep
B
Reinigingsmilk
C
Peeling
D
Lotion

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Heeft deze les je geholpen om je leerdoelen te begrijpen?

Slide 28 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk volgende week:
Lees het gehele hoofdstuk van Cosmetica Basisbegrippen.
Maak in het opdrachtenboekje t/m vraag 15.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions