Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Gezonde leefstijl
Slide 1 - Diapositive
HEEL matig gemaakt
2 weken geen les, stonden 2 kleine opdrachten tegenover...
Slide 2 - Diapositive
Tot 24 uur de tijd
Dus einde deze dag af!
Slide 3 - Diapositive
LVB
- niet aan de buitenkant te zien
- lezen niet altijd even goed
- luisteren selectief
- niet altijd beschikking over goede financiën
- van huis uit soms niet geleerd wat gezond is en wat niet
Slide 4 - Diapositive
volgende week
Toets over voeding
Slide 5 - Diapositive
Hoe krijgt jouw lichaam energie om iets te doen?
A
Lichaamsbeweging
B
Voeding
C
Niet roken en drinken
D
sociale contacten
Slide 6 - Quiz
Wat zit er dan in voeding wat maakt dat jij energie krijgt? Denk aan de macro nutriënten
Slide 7 - Carte mentale
Macro nutrienten
koolhydraten 4 kcal
eiwitten 4 kcal
vetten 9 kcal
Slide 8 - Diapositive
Micro nutrienten
Micronutriënten zijn voedingsstoffen waarvan we slechts een kleine hoeveelheid nodig hebben om te functioneren. De drie soorten micronutriënten zijn:
Vitamines, mineralen en spoorelementen.
Slide 9 - Diapositive
Wat is het doel van de schijf van 5?
Slide 10 - Carte mentale
De schijf van 5
Slide 11 - Diapositive
Wat is het doel van een BMI meting? En is alleen de BMI betrouwbaar?
Slide 12 - Carte mentale
Vanaf wanneer spreken we van een te hoge BMI ofwel overgewicht?
A
BMI hoger dan 15
B
BMI hoger dan 20
C
BMI hoger dan 25
D
BMI hoger dan 30
Slide 13 - Quiz
Body mass index
Is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft.
De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht. Alleen de BMI zegt weinig, i.c.m. taillemeting is het veel betrouwbaarder!
Slide 14 - Diapositive
Waarom moet men naast gekookte ook rauwe groente eten?
A
Omdat dat lekker is
B
koken krijg je 30 tot 50% vitamineverlies
C
Koken is niet gezond
D
Gekookte groente is moeilijker te eten
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Vidéo
Wat zit er in vet vlees waardoor je aderen kunnen dichtslibben?
A
HDL- cholesterol
B
LDL- cholesterol
Slide 17 - Quiz
Welke macronutriënt zit er vooral in mager vlees?
A
vetten
B
koolhydraten
C
eiwitten
D
ijzer
Slide 18 - Quiz
Wat zit er niet in vlees en wel in groente dat heel belangrijk is voor je stoelgang?
A
Mineralen
B
vitamines
C
vezels
D
ijzer
Slide 19 - Quiz
Waarom zijn vezels belangrijk?
Slide 20 - Carte mentale
Vetten
Verzadigd vet --> dierlijke producten
Onverzadigd vet --> vette vis en voeding met plantaardige oorsprong.
Transvetten --> frituur en bakvet
Slide 21 - Diapositive
Wat is de sociaal economische status?
Slide 22 - Carte mentale
Vitamine D
osteoporose
valtraining
Slide 23 - Diapositive
Einde les 1
Slide 24 - Diapositive
Als je alvleesklier niet meer 'goed' werkt, wat heb je dan?
Slide 25 - Carte mentale
Slide 26 - Vidéo
Om af te vallen is welke activiteit het beste om te doen?
A
Hardlopen
B
Spierversterkende oefeningen
C
Spinning
D
Voetballen
Slide 27 - Quiz
Waarom zijn spierversterkende oefeningen zo goed om af te vallen? Denk aan afterburn!