*Deel 4 herhaling grammatica zinsdelen, 2THo

Vandaag 
Lezen (10 minuten)
Bespreken huiswerk (5 minuten)
Herhalen stof (10 minuten)
Aan de slag 
timer
10:00
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vandaag 
Lezen (10 minuten)
Bespreken huiswerk (5 minuten)
Herhalen stof (10 minuten)
Aan de slag 
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Bijwoordelijke bepaling
Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen als: 
Hoe? Hoelang? Waar? Waardoor? Waarheen? Waarom? Waarmee? 

- Mijn vader gaat elke dag met de auto naar zijn werk. (Wanneer? Hoe? Waarheen?)

Slide 2 - Diapositive


Bevat deze zin een bijwoordelijke bepaling?
De oppas wachtte op het schoolplein op haar oppaskinderen.
A
Nee, de zin bevat geen bijwoordelijke bepaling.
B
Ja, de zin bevat één bijwoordelijke bepaling.
C
Ja, de zin bevat twee bijwoordelijke bepalingen.

Slide 3 - Quiz


De oppas wachtte op het schoolplein op haar oppaskinderen.
Noteer de twee bijwoordelijke bepalingen. 

Slide 4 - Question ouverte


De leerlingen hebben grammatica goed begrepen vandaag.
Noteer de twee bijwoordelijke bepalingen. 

Slide 5 - Question ouverte

Bespreken huiswerk
Opdracht 5

Controle 

Slide 6 - Diapositive

1 Ik / zal / in de nabije toekomst / ongetwijfeld / een tijdje / in een woonboot / gaan wonen.
ow = Ik
wg = zal gaan wonen
bwb = in de nabije toekomst
bwb = ongetwijfeld
bwb = een tijdje
bwb = in een woonboot
2 Wanneer / biedt / deze sportclub / alle vrijwilligers / een feestavond / aan / in de nieuwe kantine?
ow = deze sportclub
wg = biedt aan
lv = een feestavond
mv = alle vrijwilligers
bwb = Wanneer
bwb = in de nieuwe kantine

Slide 7 - Diapositive

3 Na dit teleurstellende seizoen / zal / PSV / vermoedelijk / de trainer / ontslaan.
ow = PSV
wg = zal ontslaan
lv = de trainer
bwb = Na dit teleurstellende seizoen
bwb = vermoedelijk
4 Waarom / vertellen / agenten / altijd / zulke nare verhalen / aan de verslaggevers?
ow = agenten
wg = vertellen
lv = zulke nare verhalen
mv = aan de verslaggevers
bwb = Waarom
bwb = altijd

Slide 8 - Diapositive

5 Vanwege m’n verjaardag / gaf / ik / vandaag / iedereen in de klas / een lekkere Mars.
ow = ik
wg = gaf
lv = een lekkere Mars
mv = iedereen in de klas
bwb = Vanwege m’n verjaardag
bwb = vandaag
6 Wat voor eng insect / heeft / de directeur / eigenlijk / gedood / met dat scherpe nagelschaartje?
ow = de directeur
wg = heeft gedood
lv = Wat voor eng insect
bwb = eigenlijk
bwb = met dat scherpe nagelschaartje

Slide 9 - Diapositive

Oefening zinsdelen bepalen
Dit doen we klassikaal 


Slide 10 - Diapositive

Oefening woordsoorten

Slide 11 - Diapositive