Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
KUA les 7: Impressionisme
Slide 1 - Diapositive
Laat een Realistisch schilderij zien waar heel duidelijk een niet geïdealiseerd beeld te zien is:
Slide 2 - Question ouverte
Huiswerkopgaven vorige week:
Maak opdrachten uit het opdrachtenboek:
Blz. 75: opdracht 5, 7 (lees 6).
Blz 80: opdracht 5, 7, 10, 11, 12.
Blz 85: opdracht 30.
Slide 3 - Diapositive
Blz. 75, opdracht 5:
Noem zowel voor de kerk als voor de adel een aannemelijk argument voor het stilleggen van het schrijfproces.
Antwoord te vinden op blz: 122
Mogelijke antwoorden: Kerk
In de verlichting gaat onderzoek en weten boven geloven.
--> Minder mensen geloven, meer mensen wetenschap
--> Kennis is macht (macht van de kerk wordt door wetenschap en kennisverspreiding minder).
Mogelijke antwoorden: Adel
"Verlichtingdenkers willen de macht in handen geven van de burgers omdat die echt verstand van zaken hebben in plaats van adellijken die hun positie slechts ontlenen aan hun geboorterecht."
-- > Macht van de adel wordt minder, ze voelen zich aangevallen in hun macht en privileges.
Slide 4 - Diapositive
Blz 75, opdacht 7:
Leg uit dat het stichten van het Teylers Museum goed aansluit bij de verlichting.
Antwoord
De Verlichte denkers --> Kennis voor iedereen
Teylers: zoveel mogelijk kennis bijeen brengen, ordenen en toonbaar maken voor publiek.
Slide 5 - Diapositive
Blz. 80, opdracht: 5
Noem twee sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen die bijdragen aan het ontstaan van de romantiek als kunsstroming.
Antwoord
1. Grote sociale misstanden en klassenverschillen. Revolutionairen geven zelf niet een goed voorbeeld (Napoleon --> oorlog)
2. Opkomst industriële revolutie. Overvolle steden, vervuiling en een groeiend verschil tussen de kapitaalkrachtige fabriekseigenaren en de bezitarme arbeiders.
Sociaal-maatschappelijk?
Definitie: De inter-menselijke samenleving / openbare ruimte. Alles wat te maken heeft de omgang van mensen met elkaar en met de wereld waarin zij wonen/leven.
Slide 6 - Diapositive
Blz. 80, opdracht: 7
Bekijk Wandelaar boven de zee van wolken van Caspar David Friedrich. In dit schilderij staat de verhouding tussen de wandelaar en de natuur centraal. Van een eenheid tussen wandelaar en natuur is echter geen sprake. Noem twee aspecten van het schilderij waaruit dit blijkt.
Antwoord
1. Grote sociale misstanden en klassenverschillen. Revolutionairen geven zelf niet een goed voorbeeld (Napoleon --> oorlog)
2. Opkomst industriële revolutie. Overvolle steden, vervuiling en een groeiend verschil tussen de kapitaalkrachtige fabriekseigenaren en de bezitarme arbeiders.
Slide 7 - Diapositive
Aspect 1
Er is een groot licht-donker contrast tussen de wandelaar en de natuur. De achtergrond is heel kleurrijk en licht, de wandelaar is juist onbelicht en donker. Hierdoor lijken ze niet één geheel maar juist twee tegenovergestelden.
Aspect 2
De wandelaar is realistisch en scherp geschilderd, terwijl de achtergrond juist vlekkerig en dromerig eruit ziet.
Slide 8 - Diapositive
Blz. 80, opdracht: 10
Bekijk 705. Het vlot van Medusa van Géricault oogt als een realistisch tafereel. Leg aan de hand van drie aspecten uit waarom dit toch een romantisch schilderij genoemd kan worden.
Antwoord
1. Gevoelens en emoties spelen een belangrijke rol in dit schilderij.
2. Het contrast tussen de hulpeloze mens en de medogenloze natuur wordt uitvergroot.
3. Het schilderij zit vol lugubere, 'horror'-achtige details.
Slide 9 - Diapositive
Blz. 80, opdracht: 11
Vergelijk Het vlot van Medusa met Sneeuwstorm, stoomboot voor de havenmond (Turner).
Je zou kunnen zeggen dat het schilderij van Turner nog 'romantischer' is dan het schilderij van Géricault. Leg dit uit aan de hand van twee verschillen tussen beide schilderijen.
Antwoord
- Géricault: de mens staat centraal, -Turner: de mens is praktisch uit het schilderij verdreven, de natuur staat centraal.
- Géricault: de weergave van de natuur is gedetailleerd, - Turner: de natuur wordt weergegeven als een woeste oerkracht.
Slide 10 - Diapositive
Blz. 80, opdracht: 12
Turner houdt van treinen en van stoomschepen, maar op de meeste romantische schilderijen komen deze onderwerpen nauwelijks voor. Verklaar dit.
Antwoord
Stoomschepen en treinen zijn typisch ‘nieuwerwetse’ uitvindingen waar de romantici niks mee op hebben. Zij kiezen meestal voor het verbeelden van natuurkrachten, terwijl Turner vaak het samenspel toont van natuur en machine.
Slide 11 - Diapositive
Blz. 85, opdracht: 30
Beijk: De Arenleesters. Leg aan de hand van drie kenmerken uit waarom dit schilderij typisch is voor het realisme.
Antwoord
1. Alledaags tafereel.
2. Weergave van het 'gewone' boerenvolk.
3. Niet mooier dan het is: er is geen sprake van idealisering.
4. De schilderstijl is grof en onversierd.
5. De hoofdpersonen blijven anoniem.
Antwoorden te vinden op blz. 142 leesboek.
Slide 12 - Diapositive
Impressionisme
Geïnspireerd door:
Fotografie
Japanse prentenkunst
Kern:
"Licht gevangen in verf".
Onderwerp doet er minder toe.
Objectief verslag van wat de ogen waarnemen.
Slide 13 - Diapositive
Vluchten v.s. verslag leggen
Waar de romantici vluchten van de alledaagse waarheid, legden de impressionisten, net als de realisten, op hun manier verslag van de werkelijkheid. Het grote verschil met het realisme: in impressionistische schilderijen doet het onderwerp er niet/minder toe. Juist de lichtinval en hetgeen het oog registreerd is van belang.
Slide 14 - Diapositive
Lees blz 146. Wat zijn de kernwoorden/zinnen?
Slide 15 - Carte mentale
Opdrachten:
Maak:
Blz 85: opdracht 36, 37.
Blz 86: opdracht 38, 42, 43.
Slide 16 - Diapositive
Belangrijke realistische kunstenaars
Gustave Courbet (1819-1877)
Courbet was een ontzettend controversiële kunstenaar. Hij diende meerdere realistische schilderijen in bij de Parijse Salon en enkelen werden zelfs geaccepteerd. De menigte was ontdaan: 'Een schilderij van een begrafenis? In een dorp? Dat kan écht niet.'