"toetsvraag"

John werkt in een fietsenfabriek. In 2010 had John een loon van €12.000 op jaarbasis. In 2020 was dit gestegen naar €18.000. Tussen 2010 en 2020 stegen de prijzen met 60%
Met hoeveel % is het loon van John gestegen tussen 2010 en 2020?
1 / 17
suivant
Slide 1: Question ouverte
Economie Middelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

John werkt in een fietsenfabriek. In 2010 had John een loon van €12.000 op jaarbasis. In 2020 was dit gestegen naar €18.000. Tussen 2010 en 2020 stegen de prijzen met 60%
Met hoeveel % is het loon van John gestegen tussen 2010 en 2020?

Slide 1 - Question ouverte

John werkt in een fietsenfabriek. In 2010 had John een loon van €12.000 op jaarbasis. In 2020 was dit gestegen naar €18.000. Tussen 2010 en 2020 stegen de prijzen met 60%
Met hoeveel % is het loon van John gestegen tussen 2010 en 2020?

% verandering=(N-O)/O*100%
(18.000-12.000)/12.000*100=50%

Slide 2 - Diapositive

Bepaal zonder berekening. Zijn koopkracht is
A
Gestegen
B
Gedaald

Slide 3 - Quiz

John werkt in een fietsenfabriek. In 2010 had John een loon van €12.000 op jaarbasis. In 2020 was dit gestegen naar €18.000. Tussen 2010 en 2020 stegen de prijzen met 60%
Bereken het reële indexcijfer voor 2020 met 2010 als basisjaar (2 decimalen)

Slide 4 - Question ouverte

John werkt in een fietsenfabriek. In 2010 had John een loon van €12.000 op jaarbasis. In 2020 was dit gestegen naar €18.000. Tussen 2010 en 2020 stegen de prijzen met 60%
Bereken het reële indexcijfer voor 2020 met 2010 als basisjaar
NIC/PIC*100%=RIC
150/160*100=93,75

Slide 5 - Diapositive

John werkt in een fietsenfabriek. In 2010 had John een loon van €12.000 op jaarbasis. In 2020 was dit gestegen naar €18.000. Tussen 2010 en 2020 stegen de prijzen met 60%
Bereken met hoeveel % zijn nominale loon had moeten stijgen om er 3% in koopkracht op vooruit te gaan. (1 decimaal)

Slide 6 - Question ouverte

John werkt in een fietsenfabriek. In 2010 had John een loon van €12.000 op jaarbasis. In 2020 was dit gestegen naar €18.000. Tussen 2010 en 2020 stegen de prijzen met 60%
Bereken met hoeveel % zijn nominale loon had moeten stijgen om er 3% in koopkracht op vooruit te gaan. 
NIC/PIC*100=RIC
NIC/160*100=103
160*103/100=164,8    ---> dus 64,8%

Slide 7 - Diapositive

Voor 2021 verwacht men een inflatie van 2,25% en een arbeidsproductiviteitsstijging van 2%. De loonruimte is te berekenen met indexcijfers. De formule is:
Indexcijfer arbeidsproductiviteit*prijsindexcijfer/100= loonruimte
Bereken de loonruimte in procenten (1 decimaal)

Slide 8 - Question ouverte

Voor 2021 veracht met een inflatie van 2,25% en een arbeidsproductiviteitsstijging van 2%. De loonruimte is te berekenen met indexcijfers. De formule is:
Indexcijfer arbeidsproductiviteit*prijsindexcijfer/100= loonruimte
Bereken de loonruimte 
102,25*102/100=104,3   ---> 4,3%

Slide 9 - Diapositive

Het assembleren van een fiets kost een werknemer gemiddeld 10 uur. Op jaarbasis werken de werknemers in de fietsfabriek 1.600 uur.
Bereken de loonkosten per fiets in 2020
(het loon in 2020 is €18.000)

Slide 10 - Question ouverte

Het assembleren van een fiets kost een werknemer gemiddeld 10 uur. Op jaarbasis werken de werknemers in de fietsfabriek 1.600 uur.
Bereken de loonkosten per fiets in 2020
18.000/1.600=€11,25 verdienen ze per uur
11,25*10=€112,50 per fiets 

Slide 11 - Diapositive

Bij krapte op de arbeidsmarkt
A
Stijgt het loon
B
Daalt het loon

Slide 12 - Quiz

Door krapte op de arbeidsmarkt is de vakbond er in geslaagd een loonsverhoging van 6% af te dwingen.
Bereken de loonkosten per fiets in 2021.
Loon in 2020 was €18.000; arbeidsproductiviteit stijgt met 2%; ze deden 10 uur over een fiets; inflatie is 2,25%

Slide 13 - Question ouverte

Door krapte op de arbeidsmarkt is de vakbond er in geslaagd een loonsverhoging van 6% af te dwingen. Bereken de loonkosten per fiets in 2021. Loon in 2020 was €18.000; arbeidsproductiviteit stijgt met 2%; ze deden 10 uur over een fiets; inflatie is 2,25% 
€ 11,25 × 1,06=11,93  --> is nieuwe uurloon 
10*0,98=9,8   --> tijdsduur per fiets 
11,93*9,8=€116,91 per fiets aan loonkosten 

Slide 14 - Diapositive

Door krapte op de arbeidsmarkt is de vakbond er in geslaagd een loonsverhoging van 6% af te dwingen. Bereken de loonkosten per fiets in 2021.
Loon in 2020 was €18.000; arbeidsproductiviteit stijgt met 2%; ze deden 10 uur over een fiets; inflatie is 2,25% 
106/102*100=103,92   ---> stijging van de kosten per fiets van 3,92%
112,50*1,0392=€116,91

Slide 15 - Diapositive

Wat gaan jullie doen in de vakantie?
A
ECON & BECO leren
B
Netflixen
C
Vieren dat de avondklok is afgeschaft
D
Helemaal niets

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive