Feiten, meningen, argumenten

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1-3

Feiten, meningen, argumenten, drogredenen +/- 15 min.

Film met vragen +/- 30 min.

Lesdoelen

Aan het eind van de les:

Kun je benoemen wat de verschillen zijn tussen een feit, mening en argument,

Kun je onderscheid maken tussen objectieve en subjectieve argumentatie.

Een subjectief argument

Een objectief argument

Drogredenen

Beroep op verkeerde autoriteit

Valse generalisatie

Persoonlijke aanval

Cirkelredenering

meelopersmotief

dreigement

onjuist oorzaak-gevolg-verband

Wat is hier mis?

Mijn opa rookte ook en hij is 92 geworden!

Onjuiste generalisatie

Ik ben de directeur, want ik heb het hier voor het zeggen.

cirkelredenering

'Wat weet een sukkel als jij nou van politiek?'

Persoonlijke aanval

Er komt geen corona meer. Als dat wel zou was zou ik geen oog dicht doen.

'Mark Rutte zegt dat het veilig is om je te laten vaccineren, daarom hoef ik me geen zorgen te maken'. 

Andere landen doen ook niets aan de klimaatverandering, dus waarom zouden wij het dan wel doen?

meelopersmotief

Waarom moet ik mijn kamer opruimen?
Omdat ik het zeg!

Cirkel

Filmpje: Broodje gezond

https://www.npostart.nl/broodje-gezond/KN_1680498/episode

1. Welke standpunten worden er ingenomen?
2. Welke argumenten worden er gegeven voor het gebruik van sojaproducten?
3. Welke argumenten worden er gegeven tegen het gebruik van sojaproducten? 
4. Welke drogredenen hoor je?

www.npostart.nl

Argumenten VOOR:

Argumenten TEGEN:

Drogredenen?

Lesdoelen

Aan het eind van de les:

Kun je benoemen wat de verschillen zijn tussen een feit, mening en argument,

Kun je onderscheid maken tussen objectieve en subjectieve argumentatie.

Samenvatten

Doel: Laten zien dat je de tekst begrijpt.

 

Door: Hoofdgedachte uit de tekst te halen.

Vorm: In enkele zinnen de belangrijkste boodschap die de schrijver wilt overbrengen aan de lezer.

Samenvatten

Stap 1: Bekijk titel, kopjes, afbeeldingen en bronnen. Wat valt op?

Stap 2: Lees de tekst globaal, lees de eerste en laatste zinnen van iedere alinea. Wat weet je al van de tekst?

Stap 3: Lees de tekst intensief, markeer belangrijke woorden/zinnen.

Stap 4: Ga na, wat is je het meest bij gebleven van de tekst?

Stap 5: Wat wil de schrijver écht duidelijk maken? Wat is de hoofdgedachte?

Stap 6: Schrijf de kern van de tekst op, wat is het belangrijkste?

Leesvaardigheid

Individueel of klassikaal

Stap 1: Zoek op een nieuwssite, bijv. www.nos.nl , www.ad.nl of www.geldenlander.nl een artikel met minimaal 4 alinea’s (minimaal 5 regels per alinea).

Stap 2: Lees de tekst naar keuze.

Stap 3: Maak de vragen bij de tekst.

Stap 4: Vat de tekst in minimaal 5 en maximaal 30 zinnen samen.

Eerder klaar? Begin alvast aan de opdracht: luistervaardigheid

Luistervaardigheid

Stap 1: Ga naar Spotify (Podcasts: Universiteit van Nederland, Puur natuur, Onbehaarde apen NRC) of Youtube (Keuringdienst van waarde, ??) 

Stap 2: Zoek een fragment wat je aanspreekt en tussen de 10 en 20 minuten duurt. 

Stap 3: Maak tijdens het luisteren aantekeningen

Let op: Gebruik steekwoorden!

Stap 4: Beantwoord de vragen en lever in op It's Learning