3.1 Waarneming: je eten bederft 4H 2122

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
3.1 Waarneming: je eten bederft
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
3.1 Waarneming: je eten bederft

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 3
3 onderdelen:
* meer theorie over schimmels, bacteriën, virussen (in relatie tot voedselbederf), aanvullend op H2.
* theorie over membraantransport dieren en planten
* vaardigheden: hoe voer ik een wetenschappelijk onderzoek uit.
Toets: PO in periode 2 + SE volgend jaar

Slide 2 - Diapositive

Doel 3.1
Je leert wat de oorzaak is van voedselbederf
Je leert hoe je ziekteverwekkende bacteriën en schimmels herkent
Je leert de kenmerken van een virus 
Je leert hoe bacterien, schimmels en virussen zich vermeerderen
Je leert hoe je kunt voorkomen dat bacteriën en schimmels voedsel bederven

Slide 3 - Diapositive

Voedselinfectie
Je voedsel kan bederven doordat het geïnfecteerd wordt door micro-organismen: schimmels of bacteriën.

Micro-organismen: kun je niet zien met het blote oog. Vaak wel met een lichtmicroscoop. 

Slide 4 - Diapositive

Voedselinfectie
Schimmels of bacteriën die op voedsel gaan zitten zijn heterotroof.

Ze zijn voor hun organische stoffen afhankelijk van andere organismen.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Voedselinfectie
Schimmels of bacteriën in voedsel kunnen gifstoffen produceren: voedselvergiftiging.

Slide 8 - Diapositive

Bacteriën
Vermeerderen zich
door ongeslachtelijke 
voortplanting (mitose) 
bij gunstige omstandigheden.
Alle bacteriën in een kolonie zijn genetisch identiek aan elkaar, ze zijn elkaars klonen.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Bacteriën
Onder ongunstige
omstandigheden vor-
men ze sporen.
In een spore staan de levensprocessen stil. De spore vormt weer een levende bacterie als de omstandigheden weer goed zijn.

Slide 11 - Diapositive

Wat zijn ongunstige omstandigheden voor bacteriën? Noem er minstens 2!

Slide 12 - Question ouverte

Schimmels
Vormen lange draden
van 1 cellaag dik.
Die schimmeldraden heten
mycelium.
Schimmels kunnen zich ongeslachtelijk en geslachtelijk voortplanten.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Bacteriën en schimmels herkennen

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Bacteriën en schimmels herkennen

Laten groeien op een voedingsbodem.
  • Uiterlijk blote oog/ lichtmicroscoop
  • Op welke voedingsbodem groeien ze wel/ niet
  • DNA

Slide 17 - Diapositive

Virussen

Slide 18 - Diapositive

Virussen
Erfelijk materiaal (RNA
 of DNA) in een
eiwitmantel.
Ze vermeerderen met behulp van een gastheercel.

Leven ze?

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Voedselinfectie voorkomen
Je voedsel kan bederven doordat het geïnfecteerd wordt door micro-organismen: schimmels of bacteriën.

Hygiënisch werken: 
  • handen wassen
  • kruisbesmetting voorkomen (scheiden)

Slide 21 - Diapositive

Doel 3.1
Je hebt geleerd wat de oorzaak is van voedselbederf
Je hebt geleerd hoe je ziekteverwekkende bacteriën en schimmels herkent
Je hebt de kenmerken van een virus geleerd
Je hebt geleerd hoe bacterien, schimmels en virussen zich vermeerderen
Je hebt geleerd hoe je kunt voorkomen dat bacteriën en schimmels voedsel bederven

Slide 22 - Diapositive

Begrippen 3.1
verontreiniging, micro-organismen, heterotroof, organische stoffen, voedselinfectie, voedselvergiftiging, bacteriën, ongeslachtelijke voortplanting, kolonie, klonen, sporen, schimmels, extracellulair, mycelium, geslachtelijke voortplanting, lichtmicroscoop, voedingsbodems, DNA, virussen, erfelijk materiaal, eiwitmantel, gastheercel, hygiëne 


Slide 23 - Diapositive

Een bepaald soort bacteriën delen zich ieder half uur.
Je hebt 1 bacterie in een petrischaaltje.
Hoeveel zijn er na 2 uur?
A
4
B
8
C
16
D
32

Slide 24 - Quiz

Wat houdt chemisch voedselbederf in?
A
Dat er bijv. stukjes plastic in voedsel zitten
B
Dat er bijv. hormonen in voedsel zitten
C
Dat er bijvoorbeeld bacteriën in voedsel zitten
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 25 - Quiz

Een schimmel kan zich geslachtelijk en ongeslachtelijk voortplanten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Een bacterie gaat zich ongeslachtelijk voortplanten als de omstandigheden ongunstig zijn
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Wanneer je ziek wordt na het eten van voedsel waarin gifstoffen zitten die gemaakt zijn door bacteriën, noem je dat...
A
Voedselinfectie
B
Voedselvergiftiging

Slide 28 - Quiz

Wat is de reden dat we virussen niet onder de 'levende natuur' benoemen

Slide 29 - Question ouverte

Noem een tip om hygiënisch te werken bij de bereiding van voedsel

Slide 30 - Question ouverte

Huiswerk
In de online methode.
Kies een leerweg (default B).
Maak alle opdrachten van 3.1 
(3 t/m 4 en 7 t/m 12)

Maak een samenvatting van de paragraaf.
Aandacht voor de begrippen.

Slide 31 - Diapositive