H2 - Lezen H3/H4

H2 - Lezen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

H2 - Lezen

Slide 1 - Diapositive

Karel en Elegast

Slide 2 - Diapositive

Lezen
- Wat hebben we al af? / H3 opdracht 1+2
- Signaalwoorden+verbanden
- Aan het werk!

Slide 3 - Diapositive

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandignaamwoord
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Oefenen
Hoofdstuk 3 - Lezen
Opdracht 6

timer
7:00

Slide 9 - Diapositive

Welke signaalwoorden
hadden jullie bij 6.2?

Slide 10 - Carte mentale

H3 - opdracht 6
1 Eigen werk.
2 a-c – en (regel 1); uitspraak-opsomming / opsommend verband. Er worden twee kenmerken genoemd van een dier dat zich bedreigd voelt: 1. hij spert zijn bek open en 2. hij laat zijn tanden zien.
  – Ten eerste (regel 3); opsommend verband. Er worden twee redenen gegeven bij ‘Hoe kan dat?’ Namelijk: 1. primaten laten niet altijd hun tanden zien, omdat ze boos zijn; 2. aan onze mimiek is duidelijk te zien dat we niet dreigen, maar lol hebben.
                  – en (regel 4); opsommend verband. Er worden twee kenmerken gegeven van het lachen van primaten: 1. hun tanden op elkaar zetten en 2. hun mondhoeken optrekken.
                  – Daarnaast (regel 6); opsommend verband; zie bij Ten eerste.
                  – zoals (regel 7); uitspraak-voorbeeld. De ‘pretlichtjes in onze ogen’ zijn een voorbeeld bij ‘onze mimiek’.
                  – maar (regel 7); uitspraak-tegenstelling / tegenstellend verband. In het eerste deel van de zin staat ‘niet dreigen’, in het tweede deel ‘de grootste lol hebben’.
3 Primaten laten niet altijd hun tanden zien omdat ze boos zijn. Aan de mimiek van mensen is te zien dat ze lol hebben.
4 Eigen antwoord.

Slide 11 - Diapositive

Hoe ging dit?
Goed
Mwha
Slecht

Slide 12 - Sondage

Aan de slag!
Hoofdstuk 3
Opdracht 7+8

Ben je klaar? Maak opdracht 9

Slide 13 - Diapositive