Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Toets hoofdstuk 3 en 4
Ook 1 en 2 herhalen
Slide 1 - Diapositive
Hieronder staan tien woorden. Maak van elk woord een bijvoeglijk naamwoord en noteer het. (redden) De .... zwemmer
Slide 2 - Question ouverte
(Plastic) De .... stoel
Slide 3 - Question ouverte
(Hout) De ..... stoel
Slide 4 - Question ouverte
Hieronder staan twee zinnen. Geef aan of de onderstreepte meervoudsvorm goed of fout gespeld is. Leg je keuze uit in maximaal 20 woorden. De omas gaan wandelen
Slide 5 - Question ouverte
Hieronder staan vijf bijvoeglijke naamwoorden. Noteer het hele werkwoord waar het bijvoeglijk naamwoord van is afgeleid. De gedanste wedstrijd
Slide 6 - Question ouverte
Er zitten ook letterlijke theorievragen in!! Dus leer de theorie ook!
Slide 7 - Diapositive
Hieronder staan zestien woorden. Noteer van elk woord eerst de juiste meervoudsvorm. Schrijf daarachter het verkleinwoord. Stoel Werkman
Slide 8 - Question ouverte
Hieronder staan vijftien woordcombinaties. Maak een samenstelling van de gegeven woorden. Boek + kast
Slide 9 - Question ouverte
Hieronder staan twee zinnen. Geef aan of de onderstreepte samenstelling goed of fout is gespeld. Leg je keuze uit in maximaal 20 woorden Zonnenbril
Slide 10 - Question ouverte
Je hebt nu de vragen gezien die je op de toets krijgt.