wk 48: les 3

Vrijdag 3 december - G2b
  • 10 minuten stillezen
  • Vervolg leesvaardigheid
  • Aan de slag!






timer
10:00
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vrijdag 3 december - G2b
  • 10 minuten stillezen
  • Vervolg leesvaardigheid
  • Aan de slag!






timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Vorige les heb je...
...de begrippen Leesvaardigheid jaar 1 herhaald.

Slide 2 - Diapositive

Deze les ga je...
...de 3 soorten publiek herhalen.
...de opbouw van een alinea herhalen.

Slide 3 - Diapositive

 3 soorten publiek
Breed publiek - alle leerlingen van het ATC
Het publiek weet nog niets/bijna niets over het onderwerp.    

Kleiner, gespecialiseerd publiek - brugklasleerlingen van het ATC
Het publiek weet al iets over het onderwerp.

Een persoon, een kleine groep personen
- mentoren van G2a
Het publiek weet al wat meer/veel over het onderwerp.

Slide 4 - Diapositive

Opbouw van een alinea
Kernzin
belangrijkste zin van de alinea

Rest van de alinea
voorbeeld
of
toelichting

Slide 5 - Diapositive

Kernzin?

Toelichting/voorbeeld?

Slide 6 - Diapositive

Wat is de kernzin?

(klik op de afbeelding)
A
Jaarlijks gebeuren er honderden verkeersongelukken waarbij de bestuurder onder invloed van lachgas was.
B
Dat blijkt donderdag uit cijfers die de NOS heeft opgevraagd bij de politie.
C
Vorig jaar ging het om 712 dergelijke ongevallen.
D
In de eerste tien maanden van dit jaar waren het er 595 en 21 daarvan hadden een dodelijke afloop.

Slide 7 - Quiz

Is de rest van de alinea voorbeeld of toelichting?

(klik op de afbeelding)
A
voorbeeld
B
toelichting

Slide 8 - Quiz

Wat is de kernzin?

(klik op de afbeelding)
A
De politie registreert jaarlijks ook duizenden verkeersincidenten met een link met lachgas.
B
Het gaat dan bijvoorbeeld om onveilig rijgedrag, parkeerdiscussies of verkeerscontroles waarbij iemand geen rijbewijs kan tonen.
C
In 2019 ging het nog om 2.305 incidenten, tegenover 4.537 in 2020.
D
En in de eerste tien maanden van 2021 telde de politie 3.518 verkeersincidenten waarbij lachgas in het spel was.

Slide 9 - Quiz

Is de rest van de alinea voorbeeld of toelichting?

(klik op de afbeelding)
A
voorbeeld
B
toelichting

Slide 10 - Quiz

Wat is de kernzin?

(klik op de afbeelding)
A
Het Openbaar Ministerie (OM) zal bol.com niet vervolgen voor de verkoop van het kinderboek Der Giftpilz van nazileider Julius Streicher.
B
De webwinkel had het boek niet mogen aanbieden, maar heeft de titel na een melding en aangifte wel snel uit de handel genomen.

Slide 11 - Quiz

Is de rest van de alinea voorbeeld of toelichting?

(klik op de afbeelding)
A
voorbeeld
B
toelichting

Slide 12 - Quiz

Wat is de kernzin
van alinea 3?

(klik op de afbeelding)
A
Door corona zijn er dit jaar dertig procent meer huishoudens en families die afhankelijk zijn van de voedselbank.
B
Er is nu vooral behoefte aan pasta, pastasaus, broodbeleg en soep en vlees in blik.
C
Daarom roept de omgekeerde supermarkt iedereen op om eten en drinken te komen brengen.
D
Met succes; gisteren werden er veertig volle kratten met boodschappen gedoneerd!

Slide 13 - Quiz

Is de rest van alinea 3 voorbeeld of toelichting?

(klik op de afbeelding)
A
voorbeeld
B
toelichting

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

Aan de slag!
Open je boek Op Niveau.
Ga naar Blok 1: Lezen (blz. 43.) en lees tekst 5 grondig.

Maak de vragen op de volgende slides.



Slide 16 - Diapositive

Wat is het tekstdoel van tekst 5?
A
informeren
B
opiniëren
C
overtuigen
D
activeren/overhalen

Slide 17 - Quiz

Op welke manier(en) trekt de schrijver in de inleiding de aandacht van de lezer?
A
het onderwerp aankondigen
B
een kort , grappig of bijzonder verhaaltje te vertellen (anekdote)
C
één of meer vragen stellen
D
de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen

Slide 18 - Quiz

a Schrijf de kernzin van alinea 3 op.
b Zijn de overige zinnen van alinea 3 een toelichting of een voorbeeld?

Slide 19 - Question ouverte

a. Schrijf boven de tweede alinea een tussenkopje dat precies de kern van de alinea weergeeft.

Slide 20 - Question ouverte

b.Schrijf boven de derde alinea een tussenkopje dat precies de kern van de alinea weergeeft.

Slide 21 - Question ouverte

Schrijf de hoofdgedachte van tekst 5 op.

Slide 22 - Question ouverte

Voor welk soort publiek heeft de schrijver tekst 5 geschreven? Licht je keuze toe.

Slide 23 - Question ouverte

Aan de slag!
Maak de vragen op de volgende slides.
Deze vragen komen uit Op Niveau.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien

Aan de slag!
Ga naar het boek Op Niveau blok 1: Lezen (blz. 44)
Lees tekst 6 'De voor- en nadelen van linkshandigheid' grondig
Maak de vragen op de volgende slides.

Slide 26 - Diapositive

Op welke manier(en) trekt de schrijver in de inleiding de aandacht van de lezer?
A
het onderwerp aankondigen
B
een kort , grappig of bijzonder verhaaltje te vertellen (anekdote)
C
één of meer vragen stellen
D
de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen

Slide 27 - Quiz

Wat is de functie van de titel?

Slide 28 - Question ouverte

Schrijf een andere, passende titel op die de lezer nieuwsgierig maakt.

Slide 29 - Question ouverte

Op welke manier sluit de schrijver de tekst af?
A
Door een korte samenvatting te geven
B
Door een een conclusie te geven
C
Door een advies te geven

Slide 30 - Quiz

Wat is het belangrijkste tekstdoel?

Slide 31 - Question ouverte

Welk publiek zal met name geïnteresseerd zijn in tekst 6? Leg je antwoord uit.

Slide 32 - Question ouverte

Lees nu tekst 7 'Groningse mythbusters onthullen ware aard linkshandigen' (blz. 46).

Maak de vragen op de volgende slides.

Slide 33 - Diapositive

Lees de tekst grondig.

Op welke manier(en) trekt de schrijver in de inleiding de aandacht van de lezer?
A
het onderwerp aankondigen
B
een kort , grappig of bijzonder verhaaltje te vertellen (anekdote)
C
één of meer vragen stellen
D
de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen

Slide 34 - Quiz

Is de eerste of de laatste zin van alinea 5 de kernzin? Leg je antwoord uit.

Slide 35 - Question ouverte

'Stel dat je in het jagersverzamelaarstijdperk je arm brak. Dan was je voor jagen en
veiligheid aangewezen op die minder goed functionerende hand: (r. 39-40)
Zijn deze zinnen voorbeeld of toelichting?

Slide 36 - Question ouverte

Vind je het tussenkopje van alinea 5 een passend tussenkopje? Licht je antwoord toe.

Slide 37 - Question ouverte

Schrijf een andere vraag op die je als tussenkopje kunt gebruiken.

Slide 38 - Question ouverte

a Wat is de functie van de titel?
b Past de titel bij de belangrijkste inhoud van de tekst?

Slide 39 - Question ouverte

Einde van deze les

Slide 40 - Diapositive