4V Beco FinLev H4.3

4.14.2
Welke 2 berekeningen zijn nodig?
A
2.000 x 1,0375 ^ 4 2.000 x 1,0375 ^ 9
B
2.000 x 1,0375 ^ 4 2.000 x 1,0375 ^ 10
C
2.000 x 1,0375 ^ 5 2.000 x 1,0375 ^ 9
D
2.000 x 1,0375 ^ 5 2.000 x 1,0375 ^ 10
1 / 13
suivant
Slide 1: Quiz
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

4.14.2
Welke 2 berekeningen zijn nodig?
A
2.000 x 1,0375 ^ 4 2.000 x 1,0375 ^ 9
B
2.000 x 1,0375 ^ 4 2.000 x 1,0375 ^ 10
C
2.000 x 1,0375 ^ 5 2.000 x 1,0375 ^ 9
D
2.000 x 1,0375 ^ 5 2.000 x 1,0375 ^ 10

Slide 1 - Quiz

4.17.2 heeft ...(1) periodes
4.17.3 heeft ...(2) periodes
A
1> 13 2> 9
B
1> 13 2> 10
C
1> 14 2> 9
D
1> 14 2> 10

Slide 2 - Quiz

4V Beco FinLev H4.3

Slide 3 - Diapositive

Arnold wil graag over 10 jaar op Wereldreis. Deze reis zal hem naar schatting € 15.000,- gaan kosten. De rente is 2%. Hoeveel moet hij nu op de bank zetten om de reis te kunnen maken?

Slide 4 - Question ouverte

Opdracht

15.000 / ( 1,02 ) ^ 10 = 12.305,22

Slide 5 - Diapositive

Voor het abonnement van een krant moet je voor 31/12 € 120,- betalen. Je krijgt een aanbod om maar € 117,- te hoeven betalen als je op 1/1 betaalt.
Ga je hier op in?
A
Als de rente 2% is wel
B
Als de rente 2% is niet
C
Als de rente 3% is wel
D
Als de rente 3% is niet

Slide 6 - Quiz

Opdracht
117 x 1,02 = 119,34 of 120 / 1,02 = 117,65
1/1 € 117 betalen is gunstiger
€ 120,- over een jaar is dus gelijk aan € 117,65 nu
 
117 x 1,03 = 120,51 of 120 / 1,03 = 116,50
31/12 € 120 betalen is gunstiger
€ 120,- over een jaar is dus gelijk aan € 116,50 nu

Slide 7 - Diapositive

Contante Waarde
Contante waarde is de waarde op dit moment van een bedrag dat in de toekomst beschikbaar komt, rekening houdend met het interestpercentage

CW = E / ( 1 + p ) ^ n

Of CW = E x ( 1 + p ) ^ -n

Slide 8 - Diapositive

De ouders van de pasgeboren Niels willen nu al geld opzij zetten voor een rijcursus als Niels 18 is. Ze verwachten dat een rijcursus inclusief examen tegen die tijd € 1.200 kost. Hoeveel moeten ze nu op de spaarrekening ( 3% )
zetten
geen €, 2 decimalen

Slide 9 - Question ouverte

Opdracht

1.200 / ( 1,03 ) ^ 18 = 704,87

of

1.200 x ( 1,03 ) ^ -18 = 704,87

Slide 10 - Diapositive

De ouders van de pasgeboren Niels willen nu al geld opzij zetten voor een rijcursus als Niels 18 is. Ze verwachten dat een rijcursus inclusief examen tegen die tijd € 1.200 kost. Hoeveel moeten ze nu op de spaarrekening ( 0,25% per maand ) zetten
geen €, 2 decimalen

Slide 11 - Question ouverte

Opdracht

1.200 / ( 1,0025 ) ^ 216 = 699,77

of 

1.200 x ( 1,0025 ) ^ -216 = 699,77

Slide 12 - Diapositive

Hw.
Opgave 4.20

Maar nu eerst ontsnappen

Maak 3-tallen
Iedereen kiest een kleur ( geel, groen of blauw )

Slide 13 - Diapositive