HAVO 2 - Leesvaardigheid - H4 - opdracht 2

H2b
Goedemorgen!
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H2b
Goedemorgen!

Slide 1 - Diapositive

Planning vandaag
   1.  Huiswerkcontrole   
   2. Lesdoelen   
   3. Huiswerk bespreken
   4. Oefenen feit, mening, argument
   5. Afronding & huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen

Aan het einde van deze les:


  • kun je een vergelijkend verband, een doel-middelverband en een samenvattend verband   herkennen in een tekst door gebruik te maken van signaalwoorden
  • kun je deze tekstverbanden herkennen aan hun signaalwoorden
  • weet je wat een feit, een mening en argumenten zijn

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk bespreken
Neem je huiswerk voor je. We bespreken een aantal vragen uit Lezen hoofdstuk 4, opdracht 2, tekst De Wadden zijn het mooist.

Slide 4 - Diapositive

Vraag 1: Wat is het onderwerp van de tekst
'De Wadden zijn het mooist'?

Slide 5 - Question ouverte

Vraag 3: 'Ik vind dat heel belangrijk.' (al.2) Welke twee argumenten geeft Joeri Lamers voor deze mening?

Slide 6 - Question ouverte

Vraag 5: Staan er in alinea 3 vooral feiten of meningen. Licht je antwoord toe.

Slide 7 - Question ouverte

Vraag 6: Welk doel-middelverband herken je in alinea 3? Noteer ook het signaalwoord waaraan je het herkent.

Slide 8 - Question ouverte

Vraag 9: In alinea 5 wordt een mening onderbouwd met feiten. Noteer zowel de mening als de feiten. Doe dat zo: Mening = .... Feiten = ....

Slide 9 - Question ouverte

En verder?
Voor de volgende les heb je de rest van de opdracht zelf nagekeken: de antwoorden daarvoor staan bij de volgende les in de bijlage.

Slide 10 - Diapositive


Feit, mening, argument
  • een feit is waar en kun je controleren
  • een mening is een waardering en kun je niet controleren
  • een argument is een uitleg bij een mening 

Slide 11 - Diapositive

Feitelijk?

Geef van de volgende meningen aan of de argumenten daarbij feitelijk of niet-feitelijk zijn.

Slide 12 - Diapositive

De smartphone is onmisbaar.

Je kan er nu bijna overal geld mee overmaken.
A
Feitelijk
B
Niet-feitelijk

Slide 13 - Quiz

Utrecht is een prettige stad om te wonen.

Er wonen in Utrecht veel jonge gezellige mensen.
A
Feitelijk
B
Niet-feitelijk

Slide 14 - Quiz

Je kunt beter met het openbaar vervoer naar Amsterdam gaan.
Het is veel gezelliger om met het openbaar vervoer naar Amsterdam te komen.
A
Feitelijk
B
Niet-feitelijk

Slide 15 - Quiz

Het gratis downloaden van muziek via internet moet strafbaar blijven.
Niet iedereen hoeft alle muziek te kunnen beluisteren.
A
Feitelijk
B
Niet-feitelijk

Slide 16 - Quiz

Maastricht is een prima stad om een dagexcursie voor CKV te organiseren.
In Maastricht kan je verschillende musea en galeries bezoeken.
A
Feitelijk
B
Niet-feitelijk

Slide 17 - Quiz

Lesdoelen

Je kan nu:


  • een vergelijkend verband, een doel-middelverband en een samenvattend verband   herkennen in een tekst door gebruik te maken van signaalwoorden
  • deze tekstverbanden herkennen aan hun signaalwoorden
  • het verschil aangeven tussen een feit, een mening en een argument

Slide 18 - Diapositive

We oefenen in de lessen nu al een tijdje met leesvaardigheid. Tot de proefwerkweek heb je nu nog 1 les en een vragenuurtje. Wat ga je doen?
Niet veel meer, want ik snap alles.
Het huiswerk maken, daarna ben ik er klaar voor.
Het huiswerk maken en extra oefenen.
Extra uitleg vragen, want ik snap er nog te weinig van.

Slide 19 - Sondage

Huiswerk en afronding
Nakijken: huiswerk vorige les. 
Maken: Lezen hoofdstuk 3 opdracht 4, tekst Kassa: vloggen over cola! 
+ leren tekstverbanden.
Fijne dag nog!

Slide 20 - Diapositive