HAVO 2 - Leesvaardigheid - H3 - opdracht 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

H2b

Goedemorgen!

Planning vandaag

   1.  Lesdoelen   

   2. Huiswerk bespreken

   3. Ophalen voorkennis

   4. Afronding & huiswerk

Lesdoelen

Aan het einde van deze les:

• kun je een vergelijkend verband, een doel-middelverband en een samenvattend verband   herkennen in een tekst door gebruik te maken van signaalwoorden
• kun je deze tekstverbanden herkennen aan hun signaalwoorden
• weet je wat een feit, een mening en argumenten zijn

Huiswerk bespreken

Neem je huiswerk voor je. We bespreken 

een aantal vragen uit opdracht 2.

Vraag 1: Wat is het onderwerp van de tekst 'Weet waar je koopt'?

Vraag 5: Aan welke woorden herken je het vergelijkend verband in alinea 1?

Vraag 8: Welke twee middelen zetten doorverkopers in om aan kaartjes te komen?

Vraag 9: Aan welke signaalwoorden herkende je die twee middelen (vraag 8)?

Vraag 13: Welke signaalwoorden voor een chronologisch verband herken je in alinea 6?

En verder?

Voor de volgende les heb je de rest van de opdracht zelf nagekeken: de antwoorden daarvoor staan bij de volgende les in de bijlage.

Feit, mening, argument

• een feit is waar en kun je controleren
• een mening is een waardering en kun je niet controleren
• een argument is een uitleg bij een mening 

Maak een zin met een mening en een argument.

Feitelijk?

Geef van de volgende meningen aan of de argumenten daarbij feitelijk of niet-feitelijk zijn.

De smartphone is onmisbaar.

Je kan er nu bijna overal geld mee overmaken.

1. Feitelijk
2. Niet-feitelijk

Utrecht is een prettige stad om te wonen.

Er wonen in Utrecht veel jonge gezellige mensen.

1. Feitelijk
2. Niet-feitelijk

Je kunt beter met het openbaar vervoer naar Amsterdam gaan.
Het is veel gezelliger om met het openbaar vervoer naar Amsterdam te komen.

1. Feitelijk
2. Niet-feitelijk

Het gratis downloaden van muziek via internet moet strafbaar blijven.
Niet iedereen hoeft alle muziek te kunnen beluisteren.

1. Feitelijk
2. Niet-feitelijk

Maastricht is een prima stad om een dagexcursie voor CKV te organiseren.
In Maastricht kan je verschillende musea en galeries bezoeken.

1. Feitelijk
2. Niet-feitelijk

Lesdoelen

Je kan nu:

• een vergelijkend verband, een doel-middelverband en een samenvattend verband   herkennen in een tekst door gebruik te maken van signaalwoorden
• deze tekstverbanden herkennen aan hun signaalwoorden
• het verschil aangeven tussen een feit, een mening en een argument

We oefenen in de lessen nu al een tijdje met leesvaardigheid. Tot de proefwerkweek heb je nu nog 2 lessen en een vragenuurtje. Wat ga je doen?

Niet veel meer, want ik snap alles.

Het huiswerk maken, daarna ben ik er klaar voor.

Het huiswerk maken en extra oefenen.

Extra uitleg vragen, want ik snap er nog te weinig van.

Huiswerk en afronding

Maken: Nakijken huiswerk, maken hoofdstuk 4 opdracht 2 + leren tekstverbanden.

Fijn weekend alvast!