zij - hun - hen

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

programma
  • theorie zij - hun - hen
  • zelfstandig werken
  • terugblik 

Slide 3 - Diapositive

doel van de les
  • Je kunt het onderwerp, meewerkend voorwerp en lijdend voorwerp herkennen in een zin.
  • Je weet wanneer je zij, hen of hun moet gebruiken. 

Slide 4 - Diapositive

Wat is het onderwerp:
Zij hebben hun auto verkocht.

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het meewerkend voorwerp?
Hij heeft hun straf gegeven.

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het lijdend voorwerp?
Ik zie hen daar lopen.

Slide 7 - Question ouverte

Welk woord is het voorzetsel?
Ik heb de bal aan hen gegeven.

Slide 8 - Question ouverte

Welk woord is het bezittelijk voornaamwoord?
De buren hebben hun auto verkocht.

Slide 9 - Question ouverte

Welk cijfer geef je jezelf?
010

Slide 10 - Sondage

De buren hebben hun auto verkocht. "Hun" is een
A
bezittelijk voornaamwoord
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
onderwerp

Slide 11 - Quiz

Zij pakken hun fietsen.
"Zij" is een
A
bezittelijk voornaamwoord
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
onderwerp

Slide 12 - Quiz

Zij heeft de bal aan ... gegeven.

A
hun
B
hen

Slide 13 - Quiz

Zij geeft ... de bal.
A
hen
B
hun

Slide 14 - Quiz

Ik zie ... daar lopen.
A
hun
B
hen

Slide 15 - Quiz

... hebben dat gedaan.
A
Hun
B
Zij

Slide 16 - Quiz

grammatica of stijlkwesties
  • beheers je de grammatica voldoende? Maak dan op Studiemeter bij taalverzorging/stijlkwesties de opdrachten zij/hun/hen
  • beheers  je grammatica onvoldoende? Maak dan op studiemeter bij taalverzorging/grammatica de opdrachten onderwerp/meewerkend voorwerp/lijdend voorwerp

Slide 17 - Diapositive

Opdracht
  • wat: studiemeter 2f, 3f of 4f
  • hoe: zelfstandig
  • tijd: 20 minuten
  • hulp: theorie op studiemeter, daarna je docent
  • resultaat: positief

Slide 18 - Diapositive

Ik heb gewerkt aan
onderwerp/mv/lv
zij/hun/hen
anders

Slide 19 - Sondage

Hoe gingen de opdrachten?
uitstekend
goed
onvoldoende
matig
slecht

Slide 20 - Sondage

Vond je deze les zinvol?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage