Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat klopt?
A
Beide juist
B
1 is juist, 2 is onjuist
C
1 is onjuist, 2 is juist
D
beide onjuist
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
2 negatieve gevolgen voor de leefbaarheid
Slide 6 - Question ouverte
Waarom wijkt Flevoland af van het gemiddelde?
Slide 7 - Question ouverte
1: overal buiten de Randstad is krimp 2. krimpgebieden vind je vooral aan de grenzen in Nederland.
A
1 is juist
B
2 is juist
C
beide juist
D
beide onjuist
Slide 8 - Quiz
Wat past het best bij bevolkingspiramide?
A
verdeling vd bevolking over verschillende culturen
B
verdeling vd bevolking over verschillende inkomens
C
verdeling vd bevolking over verschillende leefgebieden
Slide 9 - Quiz
Wat past het best bij bevolkingspiramide?
A
verdeling vd bevolking over verschillende culturen
B
verdeling vd bevolking over verschillende inkomens
C
verdeling vd bevolking over verschillende leefgebieden
D
verdeling vd bevolking over verschillende leeftijdsklassen
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Question ouverte
Uit het oosten van Duitsland, met uitzondering van Berlijn, migreren relatief veel inwoners naar andere gebieden in Duitsland. Geef 2 afstotingsfactoren van het oosten van Duitsland.
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Er zijn grote verschillen tussen de herkomstlanden van migranten in DL en NL. In NL wonen bv veel Surinamers. In DL bijna geen Surinamers. Wat is de oorzaak voor dit verschil?
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
Welk aardrijkskundig begrip hoort bij deze bronnen?
A
congestie
B
drempelwaarde
C
reikwijdte
D
verzorgingsgebied
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Diapositive
Welk begrip? Inburgering van mensen uit een vreemd land in het nieuwe land.
Slide 20 - Question ouverte
Welke begrip? Een verstopping in het verkeer?
Slide 21 - Question ouverte
Wat is forensisme?
Slide 22 - Question ouverte
Wanneer het aandeel jongeren in een land groeit, is er sprake van....