Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Biodiversiteit en natuurvervuiling
Slide 1 - Diapositive
Wat is biodiversiteit?
Slide 2 - Carte mentale
Biodiversiteit
"verschillende soorten dieren en planten die op de aarde leven"
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Wat weet je al over -natuurvervuiling - boskap -de gevolgen?
Slide 5 - Carte mentale
Ontbossing
We kappen bomen in bossen, waardoor dieren hun leefgebied verliezen en het evenwicht in de natuur wordt verstoord.
Slide 6 - Diapositive
Overbevissing
Sommige vissoorten zijn in gevaar en de voedselketen wordt verstoord.
Slide 7 - Diapositive
Klimaatverandering
Door het verbranden van fossiele brandstoffen zoals olie en steenkool, komt er te veel CO2 in de lucht. Dit veroorzaakt klimaatverandering, wat invloed heeft op de natuur en het leven van dieren en planten.
Slide 8 - Diapositive
Verstoring van leefgebieden
We bouwen huizen, wegen en fabrieken op plaatsen waar dieren en planten leven. Hierdoor verliezen ze hun leefgebied en moeten ze op zoek naar een nieuw thuis.
Slide 9 - Diapositive
Oplossingen
Ontbossing: Bomen, planten en nieuwe bossen maken, zodat dieren een plek hebben om te wonen en de natuur kan blijven groeien.
Vervuiling: Afval recyclen en zorgen dat het niet in de natuur terechtkomt, zodat dieren en planten gezond kunnen blijven. Overbevissing: Alleen vissen vangen die we echt nodig hebben en zorgen dat er genoeg vis overblijft in de zee om te groeien en te leven. Klimaatverandering: Minder autorijden en energie te besparen, zodat we minder CO2 in de lucht brengen en de aarde kan blijven koelen. Verstoring van leefgebieden: Alleen Bouwen op plaatsen waar het al druk is en zorgen dat er nog genoeg ruimte overblijft voor dieren en planten om te leven en te groeien.
Ontbossing: Bomen, planten en nieuwe bossen maken, zodat dieren een plek hebben om te wonen en de natuur kan blijven groeien.
Vervuiling: Afval recyclen en zorgen dat het niet in de natuur terechtkomt, zodat dieren en planten gezond kunnen blijven.
Overbevissing: Alleen vissen vangen die we echt nodig hebben en zorgen dat er genoeg vis overblijft in de zee om te groeien en te leven.
Klimaatverandering: Minder autorijden en energie te besparen, zodat we minder CO2 in de lucht brengen en de aarde kan blijven koelen.
Verstoring van leefgebieden: Alleen Bouwen op plaatsen waar het al druk is
Slide 10 - Diapositive
Wat betekent biodiversiteit?
A
Het hebben van veel verschillende kleuren in de natuur
B
Het hebben van verschillende dieren en planten in een bepaald ecosysteem
C
Het hebben van grote bossen en oceanen
D
Het hebben van een goede balans tussen dag en nacht
Slide 11 - Quiz
Hoe kunnen we de natuur beschermen tegen ontbossing?
A
Nieuwe bomen planten en bossen laten groeien
B
Minder tijd doorbrengen in de natuur.
C
Dieren in gevangenschap houden
D
Geen afval in de natuur gooien
Slide 12 - Quiz
Wat kunnen we doen om overbevissing te voorkomen?
A
Alleen vissen vangen die we echt nodig hebben en zorgen dat er genoeg vis overblijft in de zee.
B
Zoveel mogelijk vissen vangen, zelfs als we ze niet nodig hebben.
C
Geen vis meer eten
D
De zee volledig leegvissen.
Slide 13 - Quiz
Hoe kunnen we klimaatverandering tegengaan?
A
Meer fossiele brandstoffen verbranden
B
Geen zonnepanelen gebruiken
C
Meer broeikasgassen uitstoten
D
Minder autorijden en energie besparen
Slide 14 - Quiz
Wat kunnen we doen om leefgebieden van dieren te beschermen?
A
Alle bomen kappen om meer ruimte te maken
B
Overal bouwen, zelfs als het ten koste gaat van dieren en planten
C
Dieren in gevangenschap houden
D
Alleen bouwen op plaatsen waar het al druk is
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Vidéo
Hoe kan je de buurt duurzamer maken?
bedenk in tweetallen. Schrijf de ideeën op je blad.