A5 WB H9.1BC

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

A4 WA H10 voorkennis

Leerdoelen van de vorige les

Hoofdstuk 9 Voorkennis

• Ik weet wat logaritmen zijn.

Hoofdstuk 9 paragraaf 1

• Ik kan met behulp van de rekenregels voor logaritmen formules met logaritmen herleiden.

Gegeven is de vergelijking:
³log(x+1) = 2 + ³log(2)
Schrijf het rechterlid in de vorm ³log(a)

Leerdoelen van deze les

Hoofdstuk 9 paragraaf 1

• Ik kan logaritmische vergelijkingen met eenzelfde grondtal oplossen.
  
• Ik kan een logaritme overzetten naar een ander grondtal en daarmee een vergelijking oplossen.

Los de vergelijking exact op:
³log(x+1) = 2 + ³log(2)

Los de vergelijking exact op:
5*log(x) = 5 - log(3125)

Los de vergelijking exact op:
³log(x+2) = 1 - ³log(x)

Het oplossen van ³log(x+2) = 1 - ³log(x) gaf
x = -3 v x = 1.
Wat gebeurt er als je deze waarden in invult?

Voorwaarden

Los exact op:


Wat maakt dit nu onmogelijk?

Los exact op:

Los exact op:


Tip: schrijf eerst alle logaritmen met grondtal 3.

Huiswerk voor deze paragraaf

Zorg dat je de volgende leerdoelen beheerst:

• Ik kan logaritmische vergelijkingen met eenzelfde grondtal oplossen.
  
• Ik kan een logaritme overzetten naar een ander grondtal en daarmee een vergelijking oplossen.

Maak dan opgaven 16, 17, 21 en 23 van paragraaf 1 van hoofdstuk 9.