7. H7.2 - Het Atoommodel

Welkom
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom

Slide 1 - Diapositive

Plan van deze les

  • Uitleg over het atoommodel
  • Aantal vragen in lesson-up
  • Lezen van 7.2
  • Maken: 7.2 - 1 tm 6

Slide 2 - Diapositive

Pak voor je:
Vraag 8 van 4.3

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
7.2.1 Je kunt benoemen uit welke deeltjes een atoom is opgebouwd.
7.2.2 Je kunt uitleggen in welke eenheid je de atoommassa uitdrukt en wat het massagetal van een atoom inhoudt.
7.2.3 Je kunt de gegevens van een atoom uit een schematische tekening aflezen.

Slide 4 - Diapositive

De bouw van een atoom

"Een atoom bestaat uit verschillende soorten deeltjes, een positief geladen kern, een negatief geladen elektronenwolk"
Elk atoom heeft een atoomnummer.  Alle atomen van dezelfde soort hebben hetzelfde atoomnummer. 
1911 - Ernest Rutherford 

Slide 5 - Diapositive

Atoommodel

Slide 6 - Diapositive

Nieuw atoommodel

Slide 7 - Diapositive

Het periodiek systeem

- Elke atoomsoort heeft een symbool

één letter - zuurstof: O

twee letters - ijzer: Fe

-Elke stof heeft zijn eigen plek in het periodieksysteem

-Klassikaal periodiek systeem bespreken

-Flitskaartjes maken periodiek systeem

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Slide 11 - Diapositive

  • atoomnummer = aantal protonen (= aantal elektronen)

  • massagetal = aantal protonen + aantal neutronen

  • aantal neutronen = massagetal - atoomnummer

Slide 12 - Diapositive

Het atoommodel

Slide 13 - Diapositive

Symbool
atoommassa
atoomnummer

Slide 14 - Question de remorquage

atoomnummer en massagetal
  • een atoom heeft evenveel protonen (+) als elektronen (-)
  • atoomnummer = aantal protonen
  • massagetal = protonen + neutronen
  • elektronen = atoomnummer - lading

Slide 15 - Diapositive

Dus een atoom bestaat uit protonen, elektronen en neutronen, maar hoeveel?
Atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen
Massagetal = aantal protonen + aantal neutronen

Binas 33 en 34 


Slide 16 - Diapositive

NH3
C6H12O6
CH4CO2
NaCl
60 u
57 u
85 u
17 u
20 u
58 u
220 u
186 u
174 u
170 u
15 u
10 u

Slide 17 - Question de remorquage

Het atoomnummer is het zelfde als...
A
Aantal elektronen
B
Aantal neutronen
C
Aantal protonen
D
Aantal neutronen + protronen

Slide 18 - Quiz

Zoek op in Binas (33/ 34),
Het atoomnummer van zuurstof
A
6
B
8
C
12
D
16

Slide 19 - Quiz

Zoek op in Binas (33/ 34),
Het atoomnummer van koolstof
A
6
B
8
C
12
D
16

Slide 20 - Quiz

Wat is het atoomnummer van het atoom lutetium
A
71
B
175
C
3
D
6,9

Slide 21 - Quiz

Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 23. Hoeveel neutronen heeft natrium?
timer
0:25
A
11
B
12
C
23
D
34

Slide 22 - Quiz

HW voor volgende les
Hoe? Zelfstandig en in stilte...
Hoelang? Tot het einde van de les
7.2 vraag 1 tm 6


Slide 23 - Diapositive