M3 poezie les 1 J.A. Deelder

J. A. Deelder 
1944 - 2019 

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

J. A. Deelder 
1944 - 2019 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Diapositive

Kila:


Babsie:

"Dit gedicht vind ik heerlijk om te horen en om voor te dragen. Jules Deelder heeft een heel kenmerkende stem, een opvallende kledingstijl en een unieke manier van poëzie schrijven. "
"Hij gebruikt woorden die je misschien niet in gedichten verwacht. Dat maakt zijn poezie prikkelend, tegendraads en activerend. "

Slide 4 - Diapositive

Leesopdracht 
In het gedicht "Blues on tuesday" staan woorden voor dingen die tastbaar zijn (die kun je aanraken) en woorden voor dingen die niet tastbaar zijn (die kun je niet aanraken). 

Lees het gedicht op de volgende slide nog een keer. 
Kun je beide categorieën aanvullen? 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Tastbaar:
(geld, krant,....)

Slide 7 - Carte mentale

Slide 8 - Diapositive

Niet tastbaar:
(wonder, tijd,....)

Slide 9 - Carte mentale

Welke woorden uit het gedicht zijn tastbaar en niet tastbaar?

Slide 10 - Carte mentale

Het woord 'blues' in de titel heeft eigenlijk twee betekenissen. Welke twee betekenissen zijn dit?

Slide 11 - Question ouverte

Taal is overal.
In je huis, op straat, tv en zelfs in het klaslokaal.
Welke teksten zijn op dit moment
in zicht,
binnen gehoorafstand
of
binnen handbereik?

Slide 12 - Carte mentale

Welke vijf woorden om je heen
zou je niet in een gedicht verwachten?

Slide 13 - Carte mentale

Dada 
Bekende dichters uit het begin van de vorige eeuw lieten woorden op papier vallen, want dit hielp hen om gedichten te schrijven. 
We noemen hen dadaïsten en zij behoren tot de culturele beweging dadaïsme of kortweg dada. 
Een bekende dichter was Paul van Ostaijen (1896 - 1928). 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Schrijfopdracht - volgorde 
Schrijf de vijf woorden (= de vijf woorden om je heen die je niet in een gedicht verwacht) 
op het confettivel. 
Knip de woorden uit.
Laat de woorden vallen op tafel.
Hoe vallen ze dan?
Vul de volgorde in op het werkblad. 


Slide 16 - Diapositive

Schrijfopdracht - vorm
Deelder gebruikt het woord 'geen' als opsomming. 
Dit noemen we enumeratio. 
Elke regel begint met dit woord en deze vorm van herhaling noemen we een anafoor.  


Slide 17 - Diapositive

Schrijfopdracht rijmen
Deelder gebruikt rijmwoorden. 
'speed'  - 'weed'
'weet' - 'reet'




Slide 18 - Diapositive

Schrijfopdracht: rijm 
Er bestaan verschillende soorten rijm. 
Wanneer woorden met dezelfde medeklinker beginnen noemen we dit alliteratie: racefiets - rubber.
Wanneer woorden dezelfde klinkers hebben, noemen we dit assonatie: drugs - muf. 
Wanneer woorden op elkaar rijmen, noemen we dit volrijm:
medicijn - raamkozijn. 

Slide 19 - Diapositive

Schrijfopdracht: rijm 
Kies jij ook voor rijmwoorden? 
Gebruik je Deelders soort rijm?
Of kies je liever voor een ander soort rijm?
Maak je gebruik van een opsomming (enumeratio) of herhaling? 
Gebruik de vijf woorden in woordvolgorde door het confettivel en maak je gedicht.


Slide 20 - Diapositive

Scanderen (voordragen) 
Hoe draag jij je gedicht voor? 
Wordt het een soort rap misschien?

Op de volgende slide zie je hoe Jules Deelder het deed. 


Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Poëziedossier 
Sla het gedicht dat je zelf geschreven hebt goed op. 
Geef je bestand de volgende naam:
voor-en achternaam_klas_Nederlands_poeziedossier
Na deze lessenserie lever je alle opdrachten in als een document. 
Voor dit dossier krijg je een cijfer en dit cijfer telt mee als fictieopdracht 2. 

Slide 23 - Diapositive