Je kunt op basis van taxonomische informatie de mate van verwantschap tussen organismen bepalen
Rijk, Klasse, Orde, Familie, Geslacht, Soort
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
doel
Je kunt op basis van taxonomische informatie de mate van verwantschap tussen organismen bepalen
Rijk, Klasse, Orde, Familie, Geslacht, Soort
Slide 1 - Diapositive
Welke uitspraak is juist?
A
de mens is nauwer verwant met de kat dan met de vogels
B
de mens is net zo verwant aan de kat dan aan de vogel
C
de vogel is net zo verwant aan de reptielen dan aan de vis
Slide 2 - Quiz
Welke twee soorten mussen zijn het meest aan elkaar verwant?
A
staartmees en kuifmees
B
staartmees en koolmees
C
kuifmees en koolmees
Slide 3 - Quiz
Ordening
Slide 4 - Diapositive
Ezelsbruggetje
Rijke Amerikanen Krijgen Op Familiefeesten Grote Stukken Rosbief
Rijk, Afdeling, Klasse, Orde, Familie, Geslacht, Soort en Ras
Let op betekenis Familie en Geslacht!
Slide 5 - Diapositive
Twee soorten die tot dezelfde familie behoren, horen automatisch ook bij hetzelfde geslacht.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
twee soorten die tot dezelfde orde behoren zijn meer aan elkaar verwant dan twee soorten die tot dezelfde familie behoren.
A
Slide 7 - Quiz
Doel
Je kunt op basis van celkenmerken cellen van verschillende rijken van elkaar onderscheiden en aangeven of ze prokaryoot/eukaryoot zijn.
Je kunt van de verschillende rijken aangeven of de meest soorten binnen het rijk autotroof of heterotroof zijn en welke rol ze in een ecosysteem vervullen (producent, consument, reducent)
Slide 8 - Diapositive
Welke celkenmerken komen voor bij de cellen van een plant?
A
Celwand en bladgroenkorrels
B
Celwand, celkern en bladgroenkorrels
C
Celkern en bladgroenkorrels
D
Celwand en celkern
Slide 9 - Quiz
Welke celkenmerken komen voor bij de cellen van een dier?
A
Celwand en celkern
B
Bladgroenkorrels, celwand en celkern
C
Celwand
D
Celkern
Slide 10 - Quiz
Eukaryoot vs. prokaryoot
Slide 11 - Diapositive
Schimmels en bacteriën zijn reducenten. Wat is een reducent?
Slide 12 - Question ouverte
Hoe zie je het verschil tussen een prokaryoot en een eukaryoot onder de microscoop?
Slide 13 - Question ouverte
Doel
Je kunt de typische levenscyclus beschrijven van zoogdieren, amfibieën en insecten.
Slide 14 - Diapositive
cocon: omhulsel
pop: rups met cocon
imago: volwassen insect na metamorfose
rups: de larve van een vlinder
levenscyclus vlinder
eieren
Metamorfose: gedaanteverwisseling, verandering lichaamsbouw en