Communicatie - Actief luisteren deel 3

• Communicatie
• MBO
• Studiejaar 1

Communicatie

hoe zou jij omgaan met deze situatie ? geef een toelichting.

Lesplanning

Terugblik vorige les

Contact maken

Werkvorm

Een juiste luisterhouding is belangrijk. Wat is GEEN juiste luisterhouding?

1. oogcontact maken
2. armen niet over elkaar, maar open voor je
3. ja knikken, hummen
4. aan sieraden friemelen

Wat is een juiste luisterhouding?

1. Vooral met woorden laten weten dat je diegene gehoord hebt.
2. Verbaal en non-verbaal aandacht geven aan wat de ander te zeggen heeft.
3. Vooral met je houding laten weten dat je diegene gehoord hebt.

Je wilt zo veel mogelijk informatie in je opnemen, omdat je die informatie nodig hebt. Welke luisterstrategie hanteer je dan?

1. empathisch luisteren
2. gericht luisteren
3. kritisch luisteren
4. intensief luisteren

Wat is het luisterdoel van de luisterstrategie Empathisch luisteren?

1. Je wilt iets te weten komen
2. Je luistert om je mening te vormen
3. Je wilt zoveel mogelijk informatie in je opnemen omdat je die informatie nodig hebt
4. Je wilt de ander begrijpen en ondersteunen

Welke luisterstrategie gebruik je als je iets te weten wilt komen?

1. Gericht luisteren
2. Kritisch luisteren
3. Intensief luisteren
4. Globaal luisteren

Welke luistervaardigheid zet je in als je bepaald patroon herkent van de spreker en dit benoemd?

1. Samenvatten
2. Analyseren
3. Confronteren
4. Geruststellen

H2.5

Waar moet je aan denken tijdens het voeren van gesprekken?

3 stappen gesprekken

1. Contact leggen
2. Gesprek gaande houden
3. Gesprek afronden

Leg uit hoe jij contact legt en maak onderscheid tussen bekende en onbekende

Contact leggen bij een onbekende:

• Stap als eerste op de ander af, zeg hallo en geef een stevige hand
• Houdt oogcontact en toon belangstelling (bedenk van te voren je gespreksonderwerp)
  
• Luister zorgvuldig en let op lichaamstaal van de ander.
  

Contact leggen bij bekende:

• Gebruik een startzin: 

       gebruik geen gesloten zinnen        (dus ja/ nee antwoorden) 
      neem hier geen mening in op (dit kan averechts werken)

• Zoek iets gemeenschappelijks om over te praten (verbinding maken)
  
• Laat het initiatief wisselen
  
• Vermijd een kruisverhoor
  
• Speel in op de situatie
  

Gesprek gaande houden

• Gesloten vragen
  
• Open vragen
  
• Indirecte vragen
  
• Suggestieve vragen
  
• Stimuleren tot doorpraten
  
• Pas op met gezegdes, dialect en slordig taalgebruik
  

Gesprek afronden

• Inleiden van het stoppen..
  

Hoe doe je dat? 

• Afscheid nemen
  

Non verbaal

Verbaal

0

Was er sprake van contact? Ligt je antwoord toe.

Luistert Sandra (vz/vp) naar verbale en non-verbale signalen? Licht je antwoord toe.

Werkvorm

• Doel: actief luisteren, empathie tonen, gevoelsreflectie, vragen stellen, doorvragen.
• Pak één kaart van de stapel
• Degene die de kaart voorleest, stelt de vraag aan een willekeurig persoon uit het drietal.
• De persoon beantwoord de vraag en licht toe.
• Degene die de kaart voorleest, stelt minimaal 3 doorvragen. Maak hierbij gebruik van actief luisteren, empathie tonen, gevoelsreflectie, vragen stellen, doorvragen, lsd, anna, nivea, oma etc.
• Eventueel mag het andere groepslid ook nog een doorvraag stellen.