3.1 Gezond zijn, gezond blijven

Gezond zijn, gezond blijven
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Gezond zijn, gezond blijven

Slide 1 - Diapositive

Wat is gezond gedrag?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Vidéo

Hoe ga je op een gezonde en
goede manier om met je vrije tijd?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Vidéo

Gezondheid
• Gezond betekent: je goed voelen
• Ziek betekent: je niet goed voelen
• Je voelt je gezond als je lichaam goed werkt, als je je geestelijk goed voelt.

Geestelijk betekent: wat je denkt en wat je voelt.

Je voelt je gezond als je je sociaal goed voelt.
Dat betekent: je voelt je goed bij andere mensen.

Slide 6 - Diapositive

Gezond en minder gezond
• Sommige dingen zijn goed voor je gezondheid, bijvoorbeeld goed voedsel en jezelf goed verzorgen. Goede vrienden zijn ook goed voor je gezondheid!
• Gezonde dingen: genoeg slapen en sporten.
• Andere dingen zijn minder goed voor de gezondheid, bijvoorbeeld tabak en alcohol of vervuiling van lucht en water.
• Minder gezonde dingen: vuil + ongedierte in huis en gevaarlijk gedrag.

Slide 7 - Diapositive

Om te onthouden!
• Gezondheid is: je lichamelijk goed voelen, je geestelijk goed voelen, je sociaal goed voelen.
• Ziek betekent: je niet goed voelen.
• Gezondheid en ziekte zijn voor iedereen verschillend. Dit kan te maken hebben met jezelf en je omstandigheden.
• Voorbeelden van gezonde dingen: goed voedsel, jezelf goed verzorgen, goede vrienden, genoeg rusten en sporten.
• Voorbeelden van minder gezonde dingen: tabak roken en alcohol drinken, vervuiling van lucht en water, ruzie, vuil en ongedierte in huis en gevaarlijk gedrag.

Als je gezondheid belangrijk vindt, kies je vooral voor gezonde dingen.

Slide 8 - Diapositive

Betekent 'gezondheid'je goed voelen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Heeft gezondheid te maken met je geest?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Heeft gezondheid te maken met de mensen om je heen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Betekent 'ziek' je niet goed voelen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Is gezond en ziek voor iedereen hetzelfde?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Is ruzie zoeken gezond?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Is sporten gezond?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Is goed voedsel minder gezond?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Is gevaarlijk gedrag minder gezond?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Kun je kiezen voor gezonde dingen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

vrijetijd

Slide 19 - Carte mentale

Wie ben jij?
  • Noem je naam.
  • Wat doe je in je vrije tijd?

Slide 20 - Diapositive