Epitheel en steunweefsels

EPITHEELWEEFSEL
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
anatomie en fysiologieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

EPITHEELWEEFSEL

Slide 1 - Diapositive

LESDOELEN
  • Bestuderen soorten weefsels

  • Bestuderen van het epitheelweefsel naar -vorm, -aantal lagen en -functie

Slide 2 - Diapositive

LESINHOUD
  • Soorten weefsels
  • Indeling weefsels 
  • Indeling epitheelweefsel
  • Vormen epitheelweefsel
  • Lagen epitheelweefsel
  • Plaatsen epitheelweefsel
  • Functie epitheelweefsel

Slide 3 - Diapositive

WEEFSEL
  • Een weefsel is een groep dezelfde cellen

  • Een orgaan is een groep weefsels

  • Een orgaanstelsel is een groep organen 

Slide 4 - Diapositive

SOORTEN WEEFSELS

  • Weefsels die bepalend zijn voor de functie van organen

  • Weefsels die zorgen voor verbinding en steun 

Slide 5 - Diapositive

INDELING WEEFSELS
  • Epitheelweefsel

  • Zenuwweefsel

  • Spierweefsel

  • Steunweefsel 

Slide 6 - Diapositive

EPITHEELWEEFSEL
  • Opgebouwd uit epitheelcellen

  • Cellen liggen dicht tegen elkaar (weinig/geen tussenstof)

  • Bedekt alle inwendige en uitwendige oppervlakken van het lichaam 

Slide 7 - Diapositive

INDELING EPITHEELWEEFSEL
  • Naar vorm

  • Naar aantal lagen

  • Naar functie 

Slide 8 - Diapositive

INDELING NAAR VORM
  • Platte vorm = plaveiselepitheel
  • Vierkante vorm = kubisch epitheel
  • Ronde/cilindervormige vorm = cylindrisch epitheel
  • Trilhaarepitheel

Slide 9 - Diapositive

TRILHAAREPITHEEL
Trilharen zitten tussen de cilindervormige cellen ingeplant




Slide 10 - Diapositive

INDELING NAAR AANTAL LAGEN
  • Eenlagig

  • Meerlagig 

Slide 11 - Diapositive

PLAATSEN EENLAGIG CYLINDRISCH EPITHEEL
  • Basaalcellenlaag opperhuid
  • Slijmvlies maag en darmen
  • Baarmoeder
  • Binnenzijde sommige klieren
  • Binnenzijde spijsverteringskanaal 

Slide 12 - Diapositive

PLAATSEN EENLAGIG KUBISCH EPITHEEL
  • Eierstokken

  • Sommige klieren

  • Nierkanaaltjes 

Slide 13 - Diapositive

PLAATSEN EENLAGIG PLAVEISELEPITHEEL 
  • Binnenkant bloed- en lymfevaten
  • Hart
  • Wand van de kleinste luchtpijptakjes en longblaasjes
  • Buikvlies
  • Borstvlies
  • Hartzakje 

Slide 14 - Diapositive

EENLAGIG TRILHAAREPITHEEL
  • Eileiders

  • Oor (buis van Eustachius)

  • Slijmvliezen luchtwegen 

Slide 15 - Diapositive

PLAATSEN MEERLAGIG PLAVEISELEPITHEEL
  • Slokdarm

  • Opperhuid = epidermis

Slide 16 - Diapositive

PLAATSEN MEERLAGIG KUBISCH EPITHEEL
Opperhuid

Slide 17 - Diapositive

INDELING NAAR FUNCTIE
  • Bedekkend/beschermend epitheel

  • Afscheidend epitheel = klierweefsel 

Slide 18 - Diapositive

BEDEKKEND/BESCHERMEND EPITHEEL
Beschermt tegen invloeden van buitenaf

Plaatsen:
  • Opperhuid

  • Bij inwendige holle organen

Slide 19 - Diapositive

AFSCHEIDEND EPITHEEL = KLIERWEEFSEL
  • Eencellige klieren = slijmbekercellen

  • Meercellige klieren 

Slide 20 - Diapositive

SLIJMBEKERCELLEN
  • Functie: maken van slijm

  • Plaats: tussen de cilindercellen of trilharen

  • Slijmvlies is dus epitheelweefsel 

Slide 21 - Diapositive

Wat is een kenmerk van epitheelweefsel?
A
De cellen liggen dicht tegen elkaar
B
De cellen liggen met tussenruimten naast elkaar
C
Er zit veel stof tussen de cellen

Slide 22 - Quiz

Welke vorm hebben de cellen van plaveiselepitheel?
A
Plat
B
Rond
C
Vierkant

Slide 23 - Quiz

Waar zit trilhaarepitheel onder andere?
A
In de eileiders
B
In de eierstokken
C
In de hoornlaag

Slide 24 - Quiz

Wat is een functie van epitheelweefsel?
A
Het beschermt als dekweefsel
B
Het geeft impulsen door
C
Het geeft stevigheid aan het lichaam

Slide 25 - Quiz

H2 Botten en ander steunweefsel

Slide 26 - Diapositive

Leerdoelen
  • 3 soorten steunweefsels kunnen noemen met de samenstelling en eigenschappen ervan
  • Uitleggen wat de eigenschappen van kalkstof en lijmstof zijn en hoe je deze kunt aantonen.
  • Microscopische foto's van been en kraakbeen kunnen herkennen en onderdelen kunnen benoemen

Slide 27 - Diapositive

Samenstelling van botten
Botten bestaan uit
been (=kalk + lijmstof + beencellen + water)
of
kraakbeen (beencellen + lijmstof + water)
Kalk ( voor de stevigheid, hard en broos)
Lijmstof ( buigzaam, soepel)

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

veel lijmstof 
weinig lijmstof 

Slide 30 - Diapositive

Steunweefsels

3 soorten steunweefsel

  1. beenweefsel
  2. kraakbeenweefsel
  3. bindweefsel

Slide 31 - Diapositive

Beenweefsel

Al je botten bestaan hieruit, hard maar ook breekbaar.

Beencellen liggen in cirkels rond de bloedvaatjes.

De cellen maken van kalk en lijmstof de tussencelstof.


Slide 32 - Diapositive

Kraakbeenweefsel

Botten van een ongeboren kindje bestaan uit kraakbeen, dat is flexibel en veert terug in zijn vorm.


Bij jullie in je groeischijven tot aan eind puberteit.


Bij volwassenen tussen de ribben en borstbeen, de tussenwervelschijven, neus en oorschelpen.

Slide 33 - Diapositive

Bindweefsel

Steunweefsel, is het zachtst soms erg rekbaar (spieren) soms niet (pezen), bevat lange eiwitstrengen.


Komt voor in pezen, onder de huid en rond spieren.


Zit als vliezen om de organen, houdt organen op hun plek en in vorm.

Slide 34 - Diapositive

Welk weefsel in het menselijk lichaam is het stevigst?
A
Bindweefsel
B
Beenweefsel
C
Kraakbeenweefsel
D
Spierweefsel

Slide 35 - Quiz

In de botten van oudere mensen zit.....
A
veel lijmstof
B
veel kalk
C
weinig lijmstof
D
weinig kalk

Slide 36 - Quiz

Wat zit er in beenweefsel?
A
Kraakbeencellen
B
Tussencelstof met gelei
C
Tussencelstof met veel lijm
D
Tussencelstof met veel kalk

Slide 37 - Quiz

Huiswerk
Leren voor de toets

Slide 38 - Diapositive