Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Hoe werkt het boek van Nederlands?
bekijk de kaft en blader het boek maar door.
Slide 1 - Diapositive
Wat zie je?
Slide 2 - Carte mentale
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Lekker lezen .....
Vandaag starten we met blok 1
De doelen van deze les zijn:
aan het einde van het verhaal weet je wie de hoofdpersoon en bijfiguren zijn.
je kunt de belangrijkste dingen vertellen
Slide 5 - Diapositive
dit is de schrijver van het boek:
dit is de titel van het boek.
Het verhaal dat we vandaag lezen is het begin van het boek.
Slide 6 - Diapositive
moeilijke woorden:
In het verhaal komen moeilijke woorden voor.
We gaan eerst even kijken welke woorden je al kent.
Dat doen we door het maken van een sleepopdracht.
Probeer maar eens......
Slide 7 - Diapositive
opgescheept
grijns (grijzen)
complimenten
geniaal
mokken
vinnig
grof
de mazzel
briest (briesen)
grauwe
(de) glimp
ik baan we een weg
zeul (zeulen)
smalend
fel / scherp
woorden die iets aardigs zeggen
flits
geluk
een heel goed idee
kijken alsof je de ander niet veel waard vindt
sjouw (sjouwen)
lach... spottend
grijze / niet helder
ruw / onbeleefd
ik maak een doorgang voor mezelf
tegen je zin in met iemand moeten omgaan
verschrikkelijk tekeer gaan
mopperen
Slide 8 - Question de remorquage
Zoek op in je boek:
Blz 9: daar begint het verhaal.
Het verhaal heet: Op reis
We lezen het samen
Slide 9 - Diapositive
In het begin van het verhaal maak je kennis met Willem en de ik-figuur. (later lees je dat hij Bas heet)
Wat weet je nog van het verhaal ?
Slide 10 - Diapositive
In groep 8 hoorden Willem en Bas (= ik-figuur) bij de .....
A
populaire kinderen
B
losers
C
pestkoppen
Slide 11 - Quiz
Met wie konden Willem en Bas (= ik-figuur) het niet goed vinden?
A
Kevin
B
Janna
C
Jeffrey
D
Lucie
Slide 12 - Quiz
Wie gaat er op vakantie?
A
Bas (= ik-figuur)
B
Willem
Slide 13 - Quiz
Waar gaat Bas (= ik-figuur) precies naar toe?
A
Texel
B
Ameland
C
Schiermonnikoog
D
Terschelling
Slide 14 - Quiz
Wie gaan er naar dezelfde school ná groep 8
A
Bas (=ik-figuur) en Kevin
B
Willem en Bas (= ik-figuur)
C
Willem en Janna
D
Willem en Kevin
Slide 15 - Quiz
Welk berichtje krijgt Bas (= ik-figuur) aan het einde van het verhaal?
A
Goed nieuws: Willem gaat ook naar Schiermonnikoog
B
Slecht nieuws voor Bas: Kevin gaat ook naar Schiermonnikoog
Slide 16 - Quiz
Ik weet wie de belangrijkste personen zijn in dit verhaal:
A
ja, ik vond het niet moeilijk om dat te ontdekken
B
Ik begreep in het begin niet goed dat Bas de ik=figuur was
C
Ik snap het eigenlijk niet zo goed omdat er zoveel namen voorkomen in het verhaal
Slide 17 - Quiz
Ik heb begrepen waar het verhaal over ging:
A
ja
B
niet alles
C
een heel klein beetje
D
snap er niks van
Slide 18 - Quiz
Opdracht 1 blz 13
We gaan deze opdracht maken en opschrijven in je schrift:
Schrijf in je schrift op de eerste regel Blok 1
Laat een regel open
Schrijf op de derde regel opdracht 1 blz. 13
Daarna komen de antwoorden op de vragen
Slide 19 - Diapositive
huiswerk
Maak van opdracht 1 blz 13
vraag 5 t/m 7
in je schrift.
schrijf het nu op in je agenda!
Donderdag 6e uur Ned
Slide 20 - Diapositive
Nakijken huiswerk
5 Dit verhaal speelt zich af in de zomer. Dat weet ik, omdat de vakantie begint. Er staat ook in het verhaal dat de ik-persoon en zijn vriend naar de middelbare school gaan.
6 Het gesprek gaat over de bootreis naar het eiland waar Bas, Janna en hun ouders de vakantie doorbrengen.
7 a De sfeer is niet gezellig.
b Dat komt, omdat Janna en Bas liever de middagboot nemen. Hun vader wil de boot van halftwaalf halen. Daarom moeten ze hun eerste vakantiedag al heel vroeg opstaan.