Hom 2 - Unit 8 - lesson 2

• Engels
• MBO
• Studiejaar 4

Welcome back to English!

Unit 8 - Explaining how things work in the hotel room

Lesson 2

Last week

Starter - Which problems do these people have in their hotel rooms?

Looked at: the new words to use and new expressions to learn

Listening exercise 

This week: 

The language check: 

• Imperatives
• Adjectives and adverbs

What are imperatives?

1. actieve zin
2. passieve zin
3. gebiedende zin
4. vragende zin

When do you use imperatives?

Practise

Exercise 1 together

Exercise 2 in 3 groups - Write your own instructions.

10 minutes.

Adjectives and Adverbs

Bijvoeglijk naamwoorden & Bijwoorden

Adjectives

Dichtbij            Verweg

Enkelvoud          This                    That

Meervoud          These                Those

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Het beantwoordt de vraag wat voor?

the beautiful girl

beautiful is dan het bijvoeglijk nmw., want het zegt iets over het meisje / girl.

What is the Adjective in this sentence?
"They live in a big house."

1. They
2. live
3. big
4. house

What is the Adjective in this sentence?
"Ben is an adorable baby."

1. Ben
2. adorable
3. baby
4. an

What is the Adjective in this sentence?
"I met a homeless person in New York."

1. met
2. homeless
3. person
4. New York

Adverbs

Dichtbij            Verweg

Enkelvoud          This                    That

Meervoud          These                Those

Een bijwoord zegt iets over een werkwoord.

Dit geeft antwoord op de vraag hoe?

The girl sings beautifully.

Hoe zingt ze? beautifully. 

Dit is dus een bijwoord.

Adverbs

Dichtbij            Verweg

Enkelvoud          This                    That

Meervoud          These                Those

Een bijwoord kan ook iets zeggen over een bijvoeglijk naamwoord (wat iets zegt over een zelfstandig naamwoord).

The girl is extremely beautiful.

Woorden die je zowel bijvoeglijk naamwoorden als bijwoorden woorden gebruikt: 

daily 

early

high

low

far

fast

wrong

strange

Sommige bijvoegelijk naamwoorden en bijwoorden hebben een compleet andere betekenis! 

Short - shortly

hard - hardly

fair - fairly

high - highly

late - lately

Even oefenen..

Adjective or Adverb?
"Taeke is a ... singer."

1. good
2. well

Adjective or Adverb?
"It is ... cold today."

1. awful
2. awfully

Adjective or Adverb?
"Quinty speaks so very ... ."

1. quick
2. quickly

Adjective or Adverb?
"I know them quite ... ."

1. good
2. well

Adjective or Adverb?
"It was a ... day for us all."

1. sad
2. sadly

Adjective or Adverb?
"Ilse is a ... girl. She climbed up the ladder ... ."

1. careful, careful
2. carefully, carefully
3. careful, carefully
4. carefully, careful

HAPPY: Adjective or Adverb?
"He ... accepted the offer."

EASY: Adjective or Adverb?
"Lucy is shy, so she cannot make friends ... ."

TERRIBLE: Adjective or Adverb?
"My aunt is a ... driver."

Snap je dit onderwerp?

1. Ja!
2. Jawel, maar ik ga ermee oefenen.
3. Ik denk dat ik nog wel wat uitleg kan gebruiken.
4. Ik snap er NIKS van.

Next week: 

Doing exercises on Unit 8