Alle opdrachten tot 'Hoe zien nakomelingen er uit?'
Klaar met de opdrachten? Kijk het na!
Lees de rest van de paragraaf door
Slide 19 - Diapositive
12.1 Eigenschappen doorgeven
Slide 20 - Diapositive
Doelen van deze les
Je leert:
hoe je genotypen noteert
hoe je de mogelijke eigenschappen van de nakomelingen kunt berekenen
Slide 21 - Diapositive
va
vader moeder Sander zus
genotype
fenotype
Slide 22 - Diapositive
va
vader moeder Sander zus
genotype
fenotype donker donker rood donker
Slide 23 - Diapositive
va
vader moeder Sander zus
genotype Aa Aa aa AA
fenotype donker donker rood donker
Slide 24 - Diapositive
va
vader moeder Sander zus
genotype Aa Aa aa AA
fenotype donker donker rood donker
heterozygoot heterozygoot homozygoot homozygoot
rood donker
(homozygoot (homozygoot
recessief) dominant)
Slide 25 - Diapositive
Uiterlijk voorspellen
We kruisen twee konijnen.
Hoe groot is de kans op een witte nakomeling?
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
wit
zwart
Slide 29 - Diapositive
wit
aa
zwart
Aa
Slide 30 - Diapositive
wit
aa
altijd een a
zwart
Aa
A of a
Slide 31 - Diapositive
wit
aa
altijd een a
zwart
Aa
A of a
A
a
a a
Slide 32 - Diapositive
wit
aa
altijd een a
zwart
Aa
A of a
A Aa Aa
a aa aa
a a
Slide 33 - Diapositive
wit
aa
altijd een a
zwart
Aa
A of a
A Aa Aa
a aa aa
a a
Aa = 50% aa = 50 %
Slide 34 - Diapositive
wit
aa
altijd een a
zwart
Aa
A of a
A Aa Aa
a aa aa
a a
Aa = 50% aa = 50%
zwart = 50% wit = 50%
Slide 35 - Diapositive
Nu zelf proberen
Van een bepaalde tulpensoort zijn er twee varianten: rood en wit. Het rode gen is dominant.
We kruisen twee rode heterozygote tulpen.
Hoe groot is de kans dat een nakomeling ook rood is?
Maak even een screenshot / foto
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
rood
Aa
A of a
rood
Aa
A of a
A
a
A a
Slide 38 - Diapositive
rood
Aa
A of a
rood
Aa
A of a
A AA Aa
a Aa aa
A a
AA = 25% Aa = 50% aa = 25%
rood = 75% wit = 25%
Slide 39 - Diapositive
Nog eentje!
Stel: een cavia kan twee haarsoorten hebben
We kruisen nu twee langharige cavia's. Een heterozygoot mannetje en een homozygoot langharig vrouwtje. Hoe groot is dan de kans op een nakomeling met kort haar?
Maak weer een screenshot/foto
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
lang
AA
altijd een A
lang
Aa
A of a
A
a
A A
Slide 42 - Diapositive
lang
AA
altijd een A
lang
Aa
A of a
A AA AA
a Aa Aa
A A
AA = 50% Aa = 50%
Slide 43 - Diapositive
lang
AA
altijd een A
lang
Aa
A of a
A AA AA
a Aa Aa
A A
AA = 50% Aa = 50%
lang = 100% kort = 0%
Slide 44 - Diapositive
Maken
Opdracht 1 t/m 7 + 9 t/m 18 (werkboek B vanaf blz. 63)