Van een bepaalde tulpensoort zijn er twee varianten: rood en wit. Het rode gen is dominant.
We kruisen twee rode heterozygote tulpen.
Hoe groot is de kans dat een nakomeling ook rood is?
Maak even een screenshot / foto
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
rood
Aa
A of a
rood
Aa
A of a
A
a
A a
Slide 39 - Diapositive
rood
Aa
A of a
rood
Aa
A of a
A AA Aa
a Aa aa
A a
AA = 25% Aa = 50% aa = 25%
rood = 75% wit = 25%
Slide 40 - Diapositive
Nog eentje!
Stel: een cavia kan twee haarsoorten hebben
We kruisen nu twee langharige cavia's. Een heterozygoot mannetje en een homozygoot langharig vrouwtje. Hoe groot is dan de kans op een nakomeling met kort haar?
Maak weer een screenshot/foto
Slide 41 - Diapositive
Slide 42 - Diapositive
lang
AA
altijd een A
lang
Aa
A of a
A
a
A A
Slide 43 - Diapositive
lang
AA
altijd een A
lang
Aa
A of a
A AA AA
a Aa Aa
A A
AA = 50% Aa = 50%
Slide 44 - Diapositive
lang
AA
altijd een A
lang
Aa
A of a
A AA AA
a Aa Aa
A A
AA = 50% Aa = 50%
lang = 100% kort = 0%
Slide 45 - Diapositive
Maken
Opdracht 1 t/m 7 + 9 t/m 18 (werkboek B vanaf blz. 63)