wk 14: tekstbegrip en grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Les 1

Terugblik

Grammatica:

• Je hebt geleerd wat het werkwoordelijk gezegde is en hoe je deze kunt vinden in de zin.
• Je hebt geleerd wat een scheidbaar samengesteld werkwoord is

Tekstbegrip:

• Je hebt geleerd wat de hoofdgedachte is en waar je deze kunt vinden in een tekst.
• Je hebt geleerd waar je naar moet kijken om te bepalen waar een verwijswoord naar verwijst.
• Je hebt geleerd dat een verwijswoord verwijst naar één woord, een groepje woorden of naar een zin.

grammatica

• Je weet wat een scheidbaar samengesteld werkwoord is
• We oefenen met het scheidbaar samengesteld werkwoord
• Je weet hoe je het onderwerp kunt vinden in de zin.

Nakijken huiswerk

Voor deze les heb je de volgende 2 opdrachten gemaakt. We gaan deze opdrachten klassikaal nakijken.

blz. 21 opdracht 5

blz. 22 opdracht 8

Het onderwerp (ond)

Het onderwerp geeft aan wie of wat iets doet in de zin.

Je stelt de volgende vraag:

Wie of wat + wwg?

Voorbeeld: De boze buurman heeft mijn voetbal lekgeprikt.

Wie of wat heeft lekgeprikt? De boze buurman.

Even oefenen.....

Geef deze opdracht de volgende naam in je schrift: 'opdracht 8 onderwerp'

We kijken nog een keer naar de zinnen in opdracht 8. Noteer voor jezelf het onderwerp uit iedere zin. 

Huiswerk 1e les volgende week

Blz. 23 opdracht 10 en 11.

Tekstbegrip

• Je weet wat verwijswoorden zijn en waarom een schrijver deze in een tekst gebruikt.
  
• Je weet waar je naar moet kijken om te bepalen waar een verwijswoord naar verwijst.

Samen nakijken opdracht 6 blz. 208

!Je hoefde het regelnummer er niet bij te noteren (derde streepje dus niet maken).

De opdracht kijken we klassikaal na.