Lesbrief 11 Ondersteunende dienst

Lesbrief 11 Ondersteunende dienst receptie 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Lesbrief 11 Ondersteunende dienst receptie 

Slide 1 - Diapositive

Receptie werkzaamheden

Slide 2 - Carte mentale

De werkplekassistent receptie is het visitekaartje van het leerplein. Je moet je netjes gedragen en beleefd praten. Daarnaast is het belangrijk dat je representatief gekleed bent. Aan de receptiebalie krijg je te maken met verschillende klanten: je docent, de onderwijsassistent, klasgenoten en bezoekers.
Je hebt vaste werkzaamheden die je moet uitvoeren en daarnaast ook werk dat je niet vooraf kunt plannen. Het is belangrijk dat je goed herkenbaar bent en overzicht houdt over je werk. Daarnaast is het belangrijk dat je je professioneel gedraagt en dat je klanten tevreden zijn over jouw hulp.
Als werkplekassistent bij de receptiebalie ben je het visitekaartje van het leerplein. Wat wordt daarmee bedoeld?

Slide 3 - Question ouverte

Goed communiceren
Als je op een goede manier communiceert, lukt het om jouw boodschap zo over te brengen dat de ander deze begrijpt. Goed communiceren doe je zo:

Zorg dat verbale en non-verbale communicatie met elkaar kloppen.
Toon respect voor de ander.
Luister actief.
Kies het communicatiemiddel dat past bij de ander.
Kies het communicatiemiddel dat past bij de situatie.

Slide 4 - Diapositive

Noem voorbeelden van Non-verbale communicatie

Slide 5 - Question ouverte

Als je actief luistert, richt je je helemaal op het verhaal van de ander. Je probeert jouw gesprekspartner te begrijpen. Je moedigt hem aan om verder te praten. Jouw eigen mening bewaar je voor jezelf

Welke voorbeelden kun je noemen.

Slide 6 - Question ouverte

Communicatie middelen

Slide 7 - Carte mentale

Voorbeelden communicatie middelen

Slide 8 - Diapositive

Noem een voorbeeld van droog reinigen

Slide 9 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van nat reinigen

Slide 10 - Question ouverte

Hoe noem je deze doekjes

Slide 11 - Question ouverte

Goed communiceren
Als je op een goede manier communiceert, lukt het om jouw boodschap zo over te brengen dat de ander deze begrijpt. Goed communiceren doe je zo:

Zorg dat verbale en non-verbale communicatie met elkaar kloppen.
Toon respect voor de ander.
Luister actief.
Kies het communicatiemiddel dat past bij de ander.
Kies het communicatiemiddel dat past bij de situatie.

Slide 12 - Diapositive

Zakelijk bellen
Voor een professioneel, zakelijk telefoongesprek gebruik je deze regels:
Start met een correcte begroeting, bijvoorbeeld ‘goedemorgen’ of ‘goedemiddag’.
Noem daarna de naam van de instelling, gevolgd door je eigen naam.
Noteer de naam van de beller.
Vraag wat je voor de ander kunt betekenen.
Herhaal de boodschap of geef een samenvatting.
Eindig met een correcte groet, bijvoorbeeld ‘Bedankt voor het bellen, fijne dag’.

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeld telefoonnotitie

Slide 14 - Diapositive

Waarom is het gebruik van een telefoonnotitie handig?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is nu het verschil tussen een brief en een e-mail?
  • Email: Bij ‘Onderwerp’ kun je invullen waarover de e-mail gaat.
  • Brief heeft een brief nummer voor het archief
  • Brief gaat via de post .
  • Email, gaat online
  • Brief staat de datum bovenaan
  • Email, staat de datum automatisch genoteerd
  • Brief is vaak handmatig ondertekend met handtekening

Slide 16 - Diapositive

Een ander woord voor adresgegevens is naw-gegevens

Slide 17 - Question ouverte

Wat regelt de ARBO-wet?

Slide 18 - Question ouverte

Aan het werk
We werken aan lesbrief 11
"ondersteunende dienst receptie"
Maak lesbrief 11 verder af 
Doe opdracht 5 taak 6 oefeningen opzoeken 
en uitvoeren blz. 25

Succes allemaal

Slide 19 - Diapositive