Herhaling vlakke meetkunde

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Vlakke meetkunde

Vlakke meetkunde, vandaag

LET OP, ook CSE stof

Wat komt aan bod?

Wat weten we nog?

Het hoofdstuk

rekenen met hoeken

draai en lijnsymmetrie

tekenen van driehoeken en vierhoeken

gelijkvormige figuren

hoeken en afstand berekenen met Pythagoras en de tangens

Wat weten we nog?

Dat zoeken we even uit met een aantal vragen.

Log even in en doe mee.

Wat geven de streepjes aan in de driehoek?

1. het streepje is het midden van de zijde
2. dat je daar de driehoek kunt draaien
3. dat de zijden even lang zijn
4. dat je op dat punt een andere driehoek kunt tekenen

Wat is de naam van deze driehoek?

1. rechthoekige driehoek
2. gelijkzijdige driehoek
3. gelijkbenige driehoek
4. stomphoekige driehoek

Dit is een gelijkbenige driehoek. Wat weet je dan in ieder geval?

1. twee zijden even lang en twee hoeken even groot
2. twee zijden even lang
3. twee hoeken even groot
4. niks

In een driehoek zijn alle hoeken samen altijd.....

1. 60 graden
2. 120 graden
3. 180 graden
4. 360 graden

In een vierhoek zijn alle hoeken samen altijd.....

1. 60 graden
2. 120 graden
3. 180 graden
4. 360 graden

is dit een rechthoekige driehoek?

1. ja
2. nee

lijnsymmetrie wordt ook wel eens spiegelsymmetrie genoemd. Klopt dat?

1. ja
2. nee

Hoe groot is de draaihoek?

1. 50 graden
2. 72 graden
3. 100 graden
4. 120 graden

kan ik een driehoek tekenen als ik de lengte van twee zijden weet en 1 hoek?

1. ja
2. nee

Een vlieger is symmetrisch. Klopt dat?

1. ja
2. nee

zijn deze driehoeken gelijkvormig?

1. ja
2. nee

wat is de vergrotingsfactor?

1. 1/3
2. 2/3
3. 3/3
4. 4/3

Bij welk soort driehoeken kan ik de stelling van Pythagoras gebruiken?

1. rechthoekige driehoek
2. gelijkbenige driehoek
3. gelijkzijdige driehoek
4. stomphoekige driehoek

Hoe luidt de stelling van Pythagoras ook al weer?

1. korte zijde² + korte zijde = langste zijde
2. korte zijde + korte zijde = langste zijde
3. korte zijde - korte zijde = langste zijde
4. korte zijde² + korte zijde² = langste zijde²

Met de hulpregel SOLCALTOA kun je in een driehoek hoeken en lengtes van zijden berekenen. Waar staat de afkorting TOA voor?

1. tangens = overstaande rechthoekszijde : aanliggende rechthoekszijde
2. tangens = langste zijde : overstaande rechthoekszijde
3. tangens = overstaande rechthoekszijde : langste zijde
4. geen idee