T4B1 ordening

Ordening
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Ordening

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Ik kan de organismen indelen in domeinen en rijken met daarbij de celkenmerken

Slide 2 - Diapositive

Ordening in de chaos

Slide 3 - Diapositive

Ordenen
- Op basis van kenmerken



Slide 4 - Diapositive

Ordenen in de biologie
- Laatste jaren vooral ook op DNA


Slide 5 - Diapositive

Waarop zou je de dieren van de vorige slide kunnen indelen?

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Soorten
Organismen behoren tot dezelfde soort:
  • als ze zich samen kunnen voortplanten
  • en de nakomelingen vruchtbaar zijn

Slide 8 - Diapositive

Prokaryoot vs. eukaryoot
Prokaryoot: cellen zonder celkern
Eukaryoot: cellen met celkern

Slide 9 - Diapositive

De kenmerken
Celkenmerken:
- Celkern
- Bladgroenkorrels
- Celwand
Aantal cellen:
- Eencellig
- Veelcellig

Slide 10 - Diapositive

In welke vier rijken worden organismen ingedeeld?
A
Planten, dieren, mensen, auto's.
B
Planten, dieren, schimmels, bacteriën.
C
Dieren, Schimmels, Bacterien.
D
Schimmels, Bacterien, dieren, grassen.

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Een bacterie bestaat uit:
A
1 cel
B
2 cellen
C
meer cellen
D
geen cellen

Slide 13 - Quiz

In welke rijken komen eencellige organismen voor?
A
Planten, bacterien en dieren
B
Planten, bacterien, dieren en schimmels.
C
schimmels en bacterien
D
planten en schimmels

Slide 14 - Quiz

Stel je voor je kijkt door een microscoop en je ziet een cel zonder celwand, zonder bladgroenkorrels en met een celkern. Welke cel zie je?
A
Plantencel
B
Dierlijke cel
C
Schimmelcel
D
Bacteriecel

Slide 15 - Quiz

Stel je voor je kijkt door een microscoop en je ziet een cel met celwand, met bladgroenkorrels en met een celkern. Welke cel zie je?
A
Plantencel
B
Dierlijke cel
C
Schimmelcel
D
Bacteriecel

Slide 16 - Quiz

Stel je voor je kijkt door een microscoop en je ziet een cel met celwand, zonder bladgroenkorrels en met een celkern. Welke cel zie je?
A
Plantencel
B
Dierlijke cel
C
Schimmelcel
D
Bacteriecel

Slide 17 - Quiz

Stel je voor je kijkt door een microscoop en je ziet een cel met celwand, zonder bladgroenkorrels en zonder een celkern. Welke cel zie je?
A
Plantencel
B
Dierlijke cel
C
Schimmelcel
D
Bacteriecel

Slide 18 - Quiz

En nu verder...
  1. Lezen basisstof 1 op bladzijde 170 t/m 174 van je
    leer- en werkboek 1A
  2. Maken opdracht 2 , 3, 4 en 6 op bladzijde 175 t/m 177 van je
leer- en werkboek 1A


Slide 19 - Diapositive