3.1 ordening

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Ordening- Bs 1

Planning

- Starten met een nieuwe thema!

- Aan de slag met BS 1

Lesdoel

 

- Je leert wat ordenen is.

- Je leert op welke manier we ordenen in de biologie.

- Je leert wat een soort is.

Wat was ook alweer een organisme?

1. Alles wat kan bewegen
2. Iets wat niet kan leven
3. Deel van het lichaam
4. Alles wat leeft

Organisme

Geen organisme

Dier

Steen

Plant

Schimmel

Auto

Bacterie

Etui

Leg de inhoud van je etui (alles) op tafel.

Verdeel de inhoud in groepen.

Hoeveel groepen heb je gemaakt en op basis van welke kenmerken heb je de groepen gemaakt?

Ordenen

• Ordenen = het indelen in groepen op basis van gemeenschappelijke kenmerken

Kenmerk = een eigenschap waaraan je een organisme kunt onderscheiden.

De archaea vormen een domein van eencellige micro-organismen. Archaea zijn prokaryoot: ze hebben geen celkern en bevatten weinig andere cellulaire structuren

Prokaryoot en eukaryoot?

Prokaryoot: naam voor bacteriën en archaea; een klein eencellig organisme zonder celkern

Eukaryoot: organisme met één of meerdere grote cellen met celkern

Eencellig en meercellig

Organismen die uit 1 cel bestaan noemen we eencellig. Bijv: bacteriën en archea en schimmels

Organismen die uit meer cellen bestaan noemen we meercellig:

Bijv: planten, dieren en schimmels (zijn er ook eencellig).

Je kijkt ook naar de kenmerken van de cel:

Wat heeft een cel van een plant WEL en cellen uit andere rijken NIET?

1. vacuole
2. celwand
3. celkern
4. bladgroenkorrels

Celkenmerken

• Celkern. De cellen van eukaryoten hebben een celkern. De cellen van prokaryoten niet. Bacteriën en archaea zijn organismen zonder celkern.

• Celwand. Dieren hebben geen celwand om hun cellen. De cellen van bacteriën, archaea, schimmels en planten hebben wel een celwand.

• Bladgroenkorrels. Veel cellen van planten hebben bladgroenkorrels in het cytoplasma. Bacteriën, archaea, schimmels en dieren hebben geen bladgroenkorrels.

Vier rijken

(en de celkenmerken)

Verder indelen

Rijken kun je weer verdelen in kleinere groepen --> stammen

Stammen kun je indelen in klassen -->

Klassen kun je indelen in orden --> 

Orden kun je indelen in families -->

Families kun je indelen in geslachten -->

Geslachten kun je indelen in soorten

DR SK of GS

Vertakkingsschema

Wat hebben we geleerd?

- Biologen delen organismen in in 4 groepen: planten, dieren, schimmels en bacteriën. 

- Ze gebruiken daarbij de kenmerken van cellen

- De kenmerken die ze gebruiken zijn: celkern, celwand en bladgroenkorrels

De check (beginnen we volgende week mee)
Welke groepen zijn er?

1. Dieren, planten, schimmels en bacteriën
2. Planten, virussen, dieren
3. Dieren en planten
4. Dieren, planten en mensen

Huiswerk!

Maken opdrachten 2 t/m 8

(als je extra uitdaging wilt, maak je ook opdrachten 9 en 10)