taal thema 8, les 7 onderwerp en persoonsvorm

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

taal thema 8, les 7 onderwerp en persoonsvorm

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp?

1. Je moet de hele dag opletten.

2. De hele dag moet je opletten.

3. Moet je de hele dag opletten?

Op welke plaats staan de pv en het ond?
Pablo/rent/naar de wc

1. 1 en 2
2. 2 en 3
3. 1 en 3

Op welke plaats staan de pv en het ond?
Waarom/gaat/hij/daar zo snel naartoe?

1. 1 en 2
2. 2 en 3
3. 3 en 4
4. 1 en 4

Op welke plaats staan de pv en het ond?
Misschien/laat/zijn scheetkussen/een windje

1. 1 en 2
2. 2 en 3
3. 3 en 4
4. 1 en 4

Maak van de vertelzin een vraagzin.
Akim zoekt een cadeau voor zijn broer.

Maak van de vertelzin een vraagzin.
Zijn broer heeft een pot gel gevraagd.

Maak van de vertelzin een vraagzin.
Maar Akim wil iets lekkers geven.

Maak van de vertelzin een vraagzin.
Op een briefje leest hij: roeibank aangeboden.

Maak van de vertelzin een vraagzin.
De roeibank kost nu maar 10 euro.

Maak van de vertelzin een vraagzin.
Zoveel geld heeft Akim wel gespaard.

Op welke plaats staan de pv en het ond?
Watertandend/pakt/Misja/zijn cadeau.

1. 1 en 2
2. 2 en 3
3. 3 en 4
4. 1 en 4

Op welke plaats staan de pv en het ond?
Een heuse roeibank/krijgt/hij/van zijn broertje.

1. 1 en 2
2. 2 en 3
3. 3 en 4
4. 1 en 4

Op welke plaats staan de pv en het ond?
Heeft/Hakim/geen kat in de zak/gekocht?

1. 1 en 2
2. 2 en 3
3. 3 en 4
4. 1 en 4

Op welke plaats staan de pv en het ond?
Is/het ding/intact?

1. 1 en 2
2. 2 en 3
3. 1 en 3

Op welke plaats staan de pv en het ond?
Akim/demonstreert/de roeibank.

1. 1 en 2
2. 2 en 3
3. 1 en 3

Op welke plaats staan de pv en het ond?
Misja/vindt/de roeibank/niet veel soeps.

1. 1 en 2
2. 2 en 3
3. 3 en 4
4. 1 en 4

Wat klopt voor jou?

1. Ik wist als dat het onderwerp en de persoonsvorm een vaste plaats hebben.
2. Ik had hier nog nooit over nagedacht